donderdag 18 november 2010

WREED ACCIDENT

Sommige zaken zijn gedoemd om te gebeuren. Zo liggen er, sinds wij naar onze nieuwe kantoren zijn verhuisd, al meer dan twee jaar een hele hoop kabels naast het bureau van mijn collega Christel. Zo hebben we de internetkabel, de telefoonkabel, een stroomkabel, nog een stroomkabel en de kabel van de lader van de GSM. Een hele hoop kabeltjes dus. In de voorbije 2 jaar zijn er ongeveer een 4-tal collega’s bijna over gestruikeld. BIJNA dus !!! En het is zoals met zoveel dingen. Als er niets gebeurd is er niets aan de hand; als ge het vuil onder de mat keert is het ook proper; als ge naar links kijkt ziet ge toch niet wat er rechts gebeurd. Vandaag was het echter bijna zover.




Christel, mijn collega dus, kwam met een zucht recht uit haar superdeluxe, azuurblauwe bureaustoel omhoog gerezen. Drie A-4-tjes (hé mijne spellingscorrector zegt dat ik dit van de eerste keer juist heb geschreven whooohoooow – whooowoooow is blijkbaar dan weer fout gespeld) in de hand haastte ze zich richting waar ze ook naartoe wou. Ze zou er nooit geraken. Rechtsom haar bureau verstapte ze zich in het kluwen van kabels die zich, volgens mij uit wraakgevoelens, dubbel om haar wreef en enkels nestelden. In slow motion ging eerst haar linkerhand, en daarna haar rechterhand ter hemel; terwijl tegelijk haar lichaam langzaam maar zeker naar voor helde op zoek naar een uiterst gevaarlijke balans tussen evenwicht en zwaartekracht. Zwaartekracht won deze face-off. 

Hoofd vooruit en klaar voor een touch-down kruisten mijn ogen heel even de hare. Ik weet nog perfect wat ik dacht. ‘Dit komt niet goed’, dacht ik en haar verschrikte ogen dachten hetzelfde. De impact van haar kin op mijn bureau zorgde voor een weerbots waardoor haar hoofd in een welbepaalde  hoek werd getild en vervaarlijk richting de hoek van mijn bureau opnieuw Newton zijn favoriete stelling wilde testen. Haar rechteroog raakte het scherpe hoekpunt van mijn bureau waardoor  de oogbol na een natte plof spontaan een sprongetje maakte en bovenop mijn papierwerk terecht kwam. Terwijl Christel verder ter aarde stortte dwaalde mijn blik richting het rechteroog. Het keek me nog steeds aan met een blik van angst. Net alsof het oog een eigen besef had en wist wat er stond te gebeuren. Brrr.   

Ik maakte rustig mijn e-mail af. Genoeg collega’s die panikeren dus moet er iemand rustig blijven. Els was één van die collega’s. In haar haast trapte ze de bril van Christel; die was om één of andere reden midden in het gangpad terecht gekomen; in gruzelementen. Wat een miserie want een nieuwe bril kost ook al gauw een paar honderd euro. Els hielp Christel weer recht en ik kreeg een briljante ingeving. Ik liet de e-mail voor wat het was en printte een volledig zwarte pagina uit en begon te knippen.

Steven een andere collega was ook reeds uit zijn hok gekomen en kwam kijken wat al deze commotie toch was. Terwijl Els zich om Christel ontfermde en het bloed van haar gezicht veegde begon hij de stukken bril op te rapen. Sneed hij zich toch wel niet in alle vijf zijn rechtervingers zeker! Twee vingertopjes kwijt (geen idee welke) en 1 wonde tot op het bot. Oh rampsoed. Het bloed spoot in het rond . Ikzelf beschermde mijn bureau tegen de bloedspetters en knipte lustig voort aan mijn eigen miniproject.

Wendy, ons afdelingshoofd, riep ons toe dat iemand de 100 moest verwittigen. ‘Wat is de nummer van de 100?’ riep ze paniekerig rond. ‘014 euh…’ antwoordde Steven. ‘0486236… ah neen zo begint mijn Gsm nummer’ riep Els. ‘900’ repliceerde Christel zelf ‘ en snel want mijn linkeroog draait ook al weg en zo meteen zie ik totaal niks meer’.  Wendy liep haar bureel opnieuw binnen en draaide de 900. Zonder succes. Uiteraard. Ondertussen was mijn knip- en knutselwerk klaar. Uit het zwarte blad papier had ik een kunstig piratenooglapje geknipt en er twee elastiekjes aangeniet. Christel kon er al maar beter meteen aan wennen dacht ik zo. Fier op mijn knutselstukje liep ik er snel mee naar het magazijn om het aan onze magazijnmedewerkers te tonen. Ik stak van wal met het vertellen van de gebeurtenissen en toonde met een brede lach mijn zelfgemaakte ooglapje.Ze waren terecht fier op mijn kunstwerk.

Enkele minuten later hoorde ik zingende sirenes en ik haastte me terug naar het bureel waar zoveel rampspoed was gebeurd. Ik kon Christel toch  niet zonder ooglapje laten vertrekken. Met haar pech vliegt er buiten een strontvlieg in haar oog en iedereen weet dat, als er kaka in een open wonde terecht komt, er stront aan de knikker is. In dit geval lag de knikker nog steeds te blinken op mijn bureau maar liever geen risico nemen uiteraard.
De ambulanciers deelden de eerste zorgen uit en ik ging op zoek naar wie zo slim was om achter het nummer van de 100 te komen. Mijn oog viel op de gele gids die geopend op één van de bureaus lag. Rubriek HELP.  Blijkbaar was Steven zijn Euro toch gevallen want de bloederige telefoontoetsen spraken boekdelen over wie er precies gebeld had. Eerste hulp werd meteen verleend aan de nodige hulpbehoevenden en Christel werd reeds ingeladen achter in de ziekenwagen. Steven werd door een derde ambulancier omzwachteld terwijl Els in de commotie stond te kotsen op de schoenen van Wendy. 

De ziekenwagen vertrok met gierende banden richting uitrit doch haast en spoed is als een olifant in een porseleinwinkeltje en dus altijd om problemen vragen. De chauffeur kon de wagen die net kwam opgereden niet meer ontwijken en ramde hem op de flank. De ambulance schuurde krijsend tegen de andere wagen en kwam frontaal met heel wat gekraak tot stilstand tegen een boom. Els, die verschoot van het kabaal buiten, spoedde zich naar het raam en struikelde over dezelfde kabels waar Christel eerder over struikelde. Ze sloeg met haar linkeroogkas tegen de hoek van mijn bureau en verloor al kermend haar oog. Ik drukte op het icoontje E-mail verzenden en ik dacht bij mezelf: ‘Wreed Accident’

Q

2 opmerkingen: