Voorbije zaterdag moest ik naar het naamfeest van mijn kleinste petekind Kayden. Een naamfeest is zoiets als een doopfeest maar dan de vrijzinnige versie. Leuk, persoonlijk, anders, .... De mama en papa van Kayden vroegen mij dan ook om voor deze dag een leuk naamverhaal te schrijven en of ik dit, als zijn peter zijnde, wou komen brengen op de deugniet zijn naamfeest. Met veel plezier heb ik deze opdracht aanvaard. het verhaal op zich is al enkele weken geleden geschreven maar tot vorig weekend kon ik het uiteraard niet posten maar nu krijgen jullie het ook te lezen. Veel plezier:
KAYDEN
Er waren eens, een paar jaar
geleden, in een bos vlakbij Nieuwmoer, twee egeltjes die mekaar tegenkwamen op
hun dagelijkse ochtendwandeling. “Goeie morgen” zei egeltje Nattie.
“Goeiemorgen” knikte Tomba, de andere egel. Ze raakten na hun goeiemorgenwensen
zoetjesaan aan de praat en besloten nog diezelfde dag samen naar een lekker
egelbuffet te gaan. Ze aten lekkere kevers en rupsen tot hun buikje vol zat en
ze samen achterover ploften in het malse gras. Nattie, de vrouwtjesegel
vertelde honderduit over zichzelf en Tomba luisterde. Daarna was het Tomba’s
beurt om zichzelf voor te stellen en dit keer luisterde Nattie aandachtig. Ze
spraken daarna nog enkele keren samen af en werden stilaan verliefd op mekaar.
Ze trouwden en hielden een heel groot bostrouwfeest met allerlei genodigden.
Herten, vossen, konijnen en hazen, andere egels en eekhoorntjes. Ze waren
allemaal aanwezig. Niet veel later werd hun eeuwige trouw bekroond met een
klein nieuw egeltje dat groeide in Nattie’s buik. Toen het kleine wonder geboren
werd verliep alles voorspoedig en Nattie en Tomba waren zielsgelukkig. Het mannetje
had van die lieve kleine voetjes en een schattig egelsnoetje en van die zachte
nieuwe stekeltjes. Het was een pareltje. Ze wisten alleen niet goed welke naam
ze hun kleintje moesten geven en besloten de eerste weken af te wachten en het
lot dit te laten beslissen.
In de eerste dagen na de geboorte
kwamen er vele van hun dierenvrienden op bezoek om het kleine ventje te
bewonderen en om Nattie en Tomba te feliciteren. De vossen vonden het egeltje
om te stelen. De hazen vonden hem ‘snel’. De eekhoorntjes zeiden dat het er net
zo leuk uit zag als verse nootjes en de herten dachten dat het een schatje was.
Eén van de egelvrienden van Nattie en Tomba vonden hem een geschenkje. Daarop
zei Nattie tegen Tomba: “Ooh ze vinden hem een geschenkje. Laten we hem Mattis
noemen?” Tomba zag dat niet zo zitten en na enig overleg werd de naam Mattis dan
toch maar niet gekozen. “We vinden wel een leukere naam” troostte Tomba zijn
vrouwtje en het leven ging zijn gangetje.
Twee dagen later besloten Tomba
en Nattie samen met hun nieuwe aanwinst een uitstapje te maken naar Donkerland.
Donkerland is een plaats aan de rand van het bos en is een beetje ruw en ruig
en eigenlijk niet zo aangenaam om te vertoeven maar het is wel de perfecte
plaats voor de dieren van het bos om te genieten van de mooiste zonsopgang of
zonsondergang van gans de wereld. Bij één van zulke mooie zonsondergangen
deelden Tomba en Nattie hun eerste verliefdheid en ze vonden het wel symbolisch
om ernaar terug te keren met de vrucht van hun liefde. Ze vertrokken heel vroeg
op de dag en kwamen bij het aanbreken van de dag in Donkerland aan. Ze genoten
met hun drietjes van een heerlijk fris eerste zonnetje en plots zei Tomba “Misschien
moeten we hem wel noemen naar dit land? Lander betekend ruig en ruw land. Is
dat geen leuke naam?” Nattie op haar beurt voelde niet veel om hun kleine
stekelvriend te noemen naar een plaats en samen besloten ze toch nog even af te
wachten op een meer geschiktere naam.
De kleine egel werd de eerste
weken snel wat groter en sterker maar ondertussen had hij nog steeds geen geschikte
naam. Hij werd snel beste maatjes met één van de eekhoornjongen die twee bomen
verder woonde. Toen ze op een dag samen aan het ravotten waren werden ze
opgemerkt door een grote grijze buizerd die wel zin had in een lekker hapje. De
buizerd maakte zich met een grote bocht hoog in de lucht klaar om aan te
vallen. Daar kwam hij al zoevend snel naar beneden gedoken, de klauwen in de
aanslag. Maar de kleine egel had hem al snel opgemerkt. Toen de buizerd nog op
enkele meters van hem en zijn speelkameraadje verwijderd was, rolde hij zich in
een bolletje op en stak elke stekel op zijn kleine lijfje als een speer hoog in
de lucht. De buizerd deed een poging om het egeltje met zijn klauwen vast te
grijpen maar de scherpe stekels deden hem zoveel pijn dat hij al snel afzag van
zijn plan en al krijsend vloog hij weer weg op zoek naar een ander slachtoffer.
Door het gekrijs van de roofvogel
werd de aandacht gewekt van Tomba en Nattie die vlug aangerend kwamen. Ze
wisten niet wat er precies was gebeurd maar toen ze bij hun kleine spruit en
zijn vriendje toekwamen werden ze meteen ingelicht door Slavo de bosuil. Slavo
had het hele gebeuren goed kunnen zien vanuit een nabije boom en vertelde hen
het ganse verhaal van de buizerd en de stoutmoedige actie van de kleine egel.
De uil besloot zijn verhaal met de gevleugelde woorden: “Jullie zoon is een held. Waar ik
vandaan kom zou men zeggen dat hij een echte Kay’Den is; een vechter zoals
jullie het zouden noemen”. Nattie en Tomba keken mekaar aan en in allebei hun
ogen kon je duidelijk zien dat ze Kayden wel gepast vonden bij hun kleine held.
Zo kwam onze lieve kleine deugniet aan zijn naam en het drietal leefde nog lang
en gelukkig.
EINDE
P.S. Nogmaals bedankt aan Tom en Natalie om mij als peter te willen. Ik blijf het een grote eer vinden. Love you guys.