Zijn eerste doel waren de grotten van Skrip enkele kilometers voorbij de wijde bossen van Groom. Toen Perkamentus door deze bossen wandelde kreeg hij het even benauwd. Alles zag er donker en angstig uit en Perkamentus zette er flink de pas in om deze donkere bossen snel achter zich te laten. Aangekomen bij de grotten van Skrip zette hij zich even op een grote rots aan de ingang van de grot om wat uit te puffen van de toch wel vermoeiende wandeltocht. Hij at een beetje en dronk wat water en rustte uit. “Wie is daar” pufte er plots een zware stem vanuit de grot “en wat kom je hier doen?” Perkamentus schrok zich een hoedje maar raapte toch al zijn moed bijeen en stapte de grot in. Wat hij daar zag ging zijn petje te boven. “Jij, …, jij bent een draak?” stotterde Perkamentus tegen het enorme beest dat in het midden van de grot op de grond lag. “Ja” brieste de draak terug “ik ben Skrip de draak, en dit is mijn thuis. Tenminste ik was Skrip de draak want gisteren zag ik nog mooi groen en kon ik vliegen en vuur spuwen maar zie me hier nu eens zielig liggen. Ik ben vannacht helemaal grijs geworden en nu durf ik niet meer naar buiten. Er komt geen vuur meer uit mijn bek en mijn vleugels voelen als lood. Sinds ik mijn mooie groene kleur kwijt ben heb ik ook al mijn kracht verloren om te vliegen. Ik zal hier eenzaam sterven in mijn grot met mijn grijze lelijke huid. O wee als ik diegene te pakken die hiervoor gezorgd heeft.” Perkamentus zette een voorzichtig stapje terug en stamelde: “Euh, … meneer Skrip …. Euh, ik weet eigenlijk een klein beetje wie dit gedaan heeft” De draak keek hem vragend aan en Perkamentus vervolgde “Ik heb hier zo een klein beetje voor gezorgd” en hij keek de draak angstig aan. Skrip verhief zijn hoofd en blies kwaad wat grijze stoom uit zijn neusgaten. ‘Jij” riep hij “Jij hebt mij dit aangedaan! Ik vergeef het je nooit en als ik nog vuur kon spuwen stond je nu in lichterlaaie! Je hebt geluk dat met mijn mooie groene kleur ook al het vuur in mij is uitgedoofd en dat me dat niet meer lukt.”
Perkamentus voelde zich schuldig en wilde de draak troosten maar deze verhief nogmaals zijn hoofd en brulde “Ga weg jij. Ik wil je nooit meer zien!” Onze tovenaar liep naar buiten en zette zich weer op dezelfde rots waar hij even tevoren had zitten rusten. Hij nam de brief die zijn meester hem had gegeven uit zijn achterzak om te kijken wat zijn volgende bestemming zou zijn. Er stond iets in de brief geschreven: “In de grotten van Skrip is het drakengroen mooier dan de ogen van eender welke kapoen.” Erachter stond iets dat leek op een spreuk en Perkamentus herinnerde zich het verhaal van zijn meester. Hij liep de grot weer in en riep uitbundig “Skriiiiiiip. Ik weet een manier om je je kleur weer terug te geven” Skrip keek even naar hem op maar legde al gauw zijn hoofd weer op zijn voorpoten en snifte “Wat kan een kleine jongeman als jij mij nu helpen?” “Ik ben misschien wel jong maar ik ben een echte tovenaar hoor” antwoordde Perkamentus “en ik heb een toverspreuk om het groen weer de wereld in te toveren.” Skrip lachte luid maar bleef verder rustig liggen. Perkamentus nam het papier in zijn handen en begon te lezen. “Knibbel knobbel habbekrats. Draken in de rats. Frimmel frommel froen. Geef hen weer drakengroen”. Enkele minuten lang kuchte en pufte de draak dat het een lieve lust was. Maar met elke kuch en puf kreeg zijn grijze vel stilaan een kleurtje. Zijn longen vulden zich weer met het vurigste vuur en zelfs zijn vleugels kregen hun kracht terug en begonnen spontaan te fladderen. Wat later was Skrip weer springlevend en blies hij kleine vlammetjes uit zijn neus. Grijze vlammetjes wel te verstaan want de wereld had enkel de kleur groen teruggekregen. En niet alleen de draak werd opnieuw groen; ook de bomen en het gras kregen stilletjesaan hun normale kleur terug. Skrip zelf was dolblij en bedankte Perkamentus uitbundig en beloofde spontaan om hem te vergezellen op zijn reis rond de wereld om alle kleuren weer te voorschijn te toveren. Perkamentus nam het aanbod van Skrip met veel dank aan en gaf hem een dikke knuffel. Daarna vielen ze samen in slaap in Skrips grot en toen ze de volgende ochtend wakker werden gingen ze meteen op pad.