Waarom mijn kind?
Waarom ver weg in Zwitserland?
Wat is er precies gebeurd?
Waarom zo jong ook?
Hoe moeten we verder met ons leven?
Waarom niet één van die twee andere bussen die net ervoor
waren vertrokken?
Honderden meer vragen kunnen worden gesteld door de ouders,
familie en vrienden van de 26 slachtoffers van de bus ramp in Zwitserland twee
dagen geleden. Terechte vragen om bij stil te staan? Heeft het zin om hierbij
stil te staan? Als betrokken partij begrijp ik in zekere zin dat je dat doet.
Je wil toch weten wat de precieze oorzaak is geweest waardoor je kind je werd
ontnomen. Een mechanisch falen of een menselijke fout. Klapband?
Onoplettendheid? Hartaanval van de buschauffeur? Iets op de baan? Eigenlijk
maakt het niet uit. Tweeëntwintig jonge levens werden dinsdagnacht weggerukt
uit tweeëntwintig jonge Vlaamse gezinnen. Daarbovenop nog de 2 begeleiders en
de 2 buschauffeurs die het leven lieten maakt het een vrij hoog
slachtofferaantal.
Voor de betrokkenen zijn de namen van belang. Het is hun
kind, kleinkind, broer of zus, neef of nicht, speelkameraadje; noem maar op.
Voor zij die de slachtoffers hebben gekend zijn de namen belangrijk want het zijn
die namen die voor eeuwig en altijd in de herinnering moeten blijven van zij
die deze jongens en meisjes heeft gekend. Voor mezelf maakt het niet zo uit of
ze Jan, Louise, Emma, Thomas of Marie noemden. Daar heb ik geen boodschap aan.
Foto’s al evenmin. Ik ga de kranten dan ook redelijk links laten liggen want je
kan er donder op zeggen dat her en der die namen en foto’s zullen gepubliceerd
worden. Sereniteit in de pers? Ik ben benieuwd. Het gaat hier om kinderen van
elf en twaalf jaar. Toekomstige pubers wiens leven nog moest starten. Het
middelbaar, uitgaan, verkering, trouwen, werken, zelf kinderen krijgen, reizen,
leven. Ze maken het niet meer mee. Hun namen zijn voor buitenstaanders niet van
belang. Wel het denken aan het ontbreken van de rest van hun leven.
Vandaag was een dag van nationale rouw. Behalve de minuut
stilte die om elf uur werd gehouden is het een dag als een ander. Je staat op,
je gaat werken, je houdt een minuut stilte en je doet verder met datgene waar
je even tevoren mee bezig was. Het leven in België viel even stil ter
nagedachtenis aan de zesentwintig slachtoffers. Ook bij mij op het werk. Ik ben
gaan plassen. Ik kan niet tegen ‘een minuut stilte’ al heb ik er wel het nodige
respect voor. Ik heb stilletjes geplast, echt waar, het was amper te horen.
Mijn minuut stilte heb ik trouwens reeds gehad toen ik het nieuws woensdagochtend
vernam in de auto op weg naar het werk. Het eerste ongeloof en de eerste
gedachten die meteen uitgingen naar de overleden kinderen en volwassenen. Het
was misschien geen volledige minuut maar het was wel even stilstaan bij de
feiten, bij de ouders en het erg vinden voor hen. Daar en toen was mijn
medeleven oprecht. Nu bijna drie dagen na de feiten is de wereld voor mij reeds
verder gegaan. Een minuut stilte houden is terecht op en dag van nationale rouw
en al mijn respect gaat uit hen die dit uit de grond van hun hart menen maar ik
heb het vaak op dat moment al gehad. De solidariteit daarentegen bij een minuut
stilte kan ik wel begrijpen en opbrengen.
Tien jaar geleden bijvoorbeeld is Jean Dockx gestorven. Jean
was jaren de vaste assistent coach op de bank van mijn favoriete club RSC
Anderlecht en werd later een belangrijke pion als hoofd van de scoutingcel. Een
meubelstuk, een houvast en een zekerheid voor de club. Papa Doc werd hij
genoemd was meer dan genoeg zegt over wat hij voor Anderlecht en zijn achterban
betekende. Bij het nieuws van zijn overlijden heb ik, net als deze week, even
de adem ingehouden en gedacht aan de club, de spelers, de supporters, zijn
familie. Ik was de eerstvolgende wedstrijd aanwezig in het stadion en de minuut
stilte deed me niet veel. De eerste schok was al voorbij. Ook toen had ik het
al niet met een minuut stilte al had ik er toen ook al wel veel respect voor.
Ik heb jaren niet aan hem gedacht tot ergens vorige week
toen ik een artikel las over mislukte transfers de voorbije jaren in het
Belgische voetbal. Ik vroeg me af hoe het met hem zou gaan nu en bedacht me dat
met hem alles anders was geweest. Dat sommige Anderlecht spelers bijvoorbeeld
nooit zouden zijn gehaald. In tien jaar tijd heb ik die mens niet eens gemist,
er niet bij stilgestaan dat hij was heengegaan. En dat is normaal. Hij was geen
vriend, geen kennis of familie. Niet iemand waarmee ik een persoonlijke band
had.
Mijn excuses dat ik voetbal even verbind met een tragedie
zoals in Zwitserland maar ik wil maar zeggen dat je als buitenstaander geneigd
bent te vergeten. En snel ook. Iedereen heeft zo zijn eigen Jean Dockx. Zeker
weten. Wie denkt er bijvoorbeeld nog af en toe aan onze overleden koning
Boudewijn? De slachtoffertjes die deze week zijn gevallen zullen voor miljoenen
Belgen straks ook weer een vergeten gemis zijn gewoonweg omdat ze niet
rechtstreeks met je betrokken zijn. Volgend jaar nog slechts een herdenking een
jaar na de feiten. Misschien over vijf jaar opnieuw en dan?
Elk huisje draagt zijn eigen kruisje en spijtig genoeg voor
de ouders van de slachtoffers in Zwitserland deze week is dat kruisje hun
overleden dochtertje of zoon. Een zwaar kruis voor hen, daar ben ik zeker van.
Maar soms heb ik al genoeg last met mijn eigen kruisje(s) dus laat ik mij, na
de solidaire minuut stilte van vandaag, eerst daar maar op concentreren.
Toch nog dit:
R.I.P. Slachtoffers van Sierre. Moge jullie eeuwig doorleven
in de harten van zij die van jullie hebben gehouden.