zaterdag 31 december 2011

31 DECEMBER

Dat is het vandaag en dat is maar goed ook want ik zit vol. Neen niet in de betekenis dat ik over x aantal maanden een klein ikje uit mezelf zal moeten persen want dat zou praktisch onmogelijk zijn. Tenzij mijn toekomstige kleine zin heeft om langs de bruine dreef te passeren en ik mijn anus tot ongekende limieten uitrek om dat hoopje vlees eruit te duwen uiteraard. En dan nog, ik heb geen baarvadergedoe en navelstrings en van die dingen. Ik draag  niet eens graag strings en ik ben er ook niet zo wild van bij vrouwen trouwens maar ik ben aan het afdwalen. Mijn persoon begint stilaan buitenaardse proporties aan te nemen en ik begin het te haten. Net zoals ik goede voornemens voor het nieuwe jaar haat dus als jullie hoopten dat ik zou terugkomen op mijn blog (Goede Voornemens) van begin dit jaar  dan moet ik jullie even netjes teleurstellen. Goede voornemens zijn nog steeds als een loslopende Osama; een goede Belgische regering of een pedofiel die bomma's verkracht. Onbestaande.

Wat ik in 2012 wel ge doen is simpelweg vermageren. Maar dat is geen goed voornemen want aan een goed voornemen moet je werken en ik ben niet van plan om in mijn vermageringsopdracht veel tijd te steken. Geen Weight Watchers, geen sport, geen geen vettig eten meer, geen maaltijden overslaan en vooral geen laxeermiddeltoestanden. Ik ga dus gewoon verder doen zoals ik bezig ben maar gewoon alles wat minder. En waarom ga ik door? Omdat mijn lief mijne Buddha buik wel leuk vind om op te hangen, liggen, rusten, whatever. Omdat mijn 'Shake that Buddha' dansje leuk is om te doen en omdat ik ik ben. Ik zal nooit scherp staan, ik zal nooit graag sporten (tenzij snooker, biljart, darts, toogsport, ... en ik zal nooit een echte sixpack bezitten tenzij dedie in de ijskast. Ik ben wie ik ben en het is een beetje te nemen of te laten.

Uiteraard wil ik niet dat mijn BMI dat van Bart De Wever voorbij steekt en wil ik mijn buikje op een acceptabel niveau houden maar dat kan ook zonder voorgaande. Zonder een goed voornemen te maken heb ik een beetje besloten om wat minder overdreven te genieten van het lekkere mama- en schoonmama eten. Eén bordje opscheppen, 1 stukje vlees en slechts enkele petatjes, leegeten en basta. Voorgerecht? Ja dat eventueel nog wel als het niet te overdreven is en nagerechtjes zal ik nog maar sporadisch aanraken. Hopelijk ook niet teveel snoepen en net dat wordt een uitdaging. Mijn vriendin is een echte snoepkont en sinds wij samen zijn steekt de snoepkast hier bij mij thuis geregeld vol lekkere dingen. She's the devil op dat vlak. Voor de rest is het een engeltje hoor. In de plaats ga ik eens regelmatiger een kokeneteke doen voor mij en mijn lief want ik heb de voorbije maanden ontdekt dat ik echt wel graag achter de potten sta. Niet dat ik plots een masterchef ben of zo maar ik trek mijn plan en het was tot nu toe allemaal best lekker. Lekker en gezond koken. Njam njam.

Eigenlijk besef ik net dat bovenstaande toch wel een beetje een goed voornemen is voor 2012 alhoewel. Laat ik het een goed voornemen noemen voor de rest van mijn leven want ik wil, als ik over enkele maanden mijn cholesterol een keer laat opmeten wil ik niet horen van: "Mijnheer, U staat midden op een overweg en de trein komt in een razende vaart af." Voila, en nu op naar het goede, iets gezondere, leven.

Tot volgend jaar iedereen !!!!




maandag 12 december 2011

SEKSUELE VOORLICHTING

!!!!! ATTENTION PARENTAL ADVISORY  J!!!!!

Ergens in mei dit jaar was ik een tevreden kerel. We zaten met vier kameraden in het zonnige Slovenië en één van die gasten, de Jens, had een boekje mee met de meest spraakmakende TV series van de voorbije jaren. Ikzelf, altijd op zoek naar leuke series was geïnteresseerd en heb zijn magazine ook even ter hand genomen en zo kwam ik op Spartacus, Blood and Sand uit. Mij deed het meteen terugdenken aan mijn jaren als kleine jongen die gefascineerd zat te kijken naar die film met Kirk Douglas uit 1960. De gevechten in de arena spraken toen tot de verbeelding en ik was dan ook aan de tv geketend; net zoals Spartacus geketend was als slaaf en gladiator. En nu komt er een volledige tv serie van? Ik zei joepie.

Enkele weken geleden besloot 2Be, een Vlaamse zender de reeks eindelijk uit te zenden en mijn  nieuwe digibox kwam dan ook perfect van pas. Eerst gans de reeks opnemen en dan kijken uiteraard en dat laatste heb ik de voorbije twee weken gedaan. De dertien afleveringen gingen er in een mum van tijd door.


Aflevering 1: Veel seks en tetten, veel rondspattend bloed en afgehakte ledematen.
Aflevering 2: Veel seks en tetten en rondparaderend naakt en voor de rest afgehakte hoofden waar het bloed rijkelijk uit spuit. En hé ik ken die actrice die de Domina speelt.
Aflevering 3: Aha Domina wordt gespeeld door Xena Warrior Princess. Ik heb ze herkend toen ze naakt door beeld liep en gepakt werd door Crixius, de grote rivaal van de titelheld. Verder nog veel andere tetten en voldoende seks, strakke mannenlijven; hier en daar wel wat gekrast door de vele gevechten.
Aflevering 4: Nog steeds tetten en seks (ja in die volgorde deze aflevering !) en hier en daar een verloren gelopen piemel.
Aflevering 5,6,7,8,9,10,11,12,13: SEKS EN TETTEN (en Lucy Lawless - Xena dus - ne keer of twintig in haren bloten!!!)

U leest het als ge nen troosteloze single bent die te lui of te beschaamd is om ne pornofilm te gaan kopen of huren koopt U dan gewoon gans de eerste reeks van Spartacus, Blood and Sand en ge komt waarschijnlijk wel aan Uw trekken. Ik moet eerlijk gezegd ook toegeven dat ik al jaren benieuwd was hoe Xena haar voorgevel er zonder korset zou uitzien en het ziet er goed uit maar aan de andere kant om die balonnen nu 30 keer te moeten aanschouwen op amper 13 afleveringen tijd is ook weer een beetje teveel van het goede. Het is zelfs zo erg dat ik op den duur het verhaal begon te vergeten. Het leek me zelfs dat het verhaal redelijk bijzaak was omdat er zo hard werd gefocussed op seksuele ledematen. In één van de afleveringen wordt er door een vriendin van Xena een gladiator wordt aangekocht puur op basis van zijn paardenlul. En waarschijnlijk was deze acteur echt enkel omwille van zijn geslachtsdeel gecast want nog geen aflevering later werd hij als straf gecastreerd opgehangen aan een muurke (vol in beeld beste mensen) waardoor Xena's vriendinneke toch wel een pruillipje toonde. De reeks is trouwens bedacht door Robert Tapert die in werkelijkheid de man is van ... rarara ... Lucy Lawless zelve. Ik vraag me af wie die serie echt bedacht heeft want ik zou persoonlijk nooit een verhaallijn schrijven  voor TV waarin mijn vriendin duizend keer in volle glorie moet paraderen. Ik vermoed Lucy er eigenlijk van dat zij de echte drive is geweest van de reeks en dat ze aan haar man heeft gevraagd om deze reeks te maken zodat ze een goed excuus had om eens ne schone jonge vent tegen haar tepels te kunnen trekken in plaats van haar 13 jaar oudere vent. Gelijk heeft ze, voila !

Ik kon deze blog ook met gemak seksuele voorlichting noemen want als je deze reeks hebt gezien heb je denk ik zowat half de Kamasutra gezien. Er werd gevogeld dat het lief was op alle mogelijke manieren. Missionaris, vrouw boven, tegen een muurke, door twee vrouwen, door twee mannen, recht, scheef, krom, half zijn gat, al masturberend, met meerdere vrouwen, in groep of alleen. Allez bedenk het en het kwam er waarschijnlijk wel in voor. Sowieso als één van Uw kinderen later met de prengende vraag komt van "Waar dient dat flosjke of dat spleetje hier beneden voor?" kunt ge hem of haar gerust efkes den DVD in zijn of haar handen steken en zeggen: "Hier zie bekijk dat maar eens en dan weet ge het." Zo ben je er zonder schroom er het snelst van af.

Voorwaar weet ik nog wel wat de verhaallijn inhield en ook deze wil ik U niet onthouden:
Spartacus is een Thraciër en wordt door Claudius Glaber, een Romein, toegevoegd aan zijn  garnizoen. Spartacus rebelleert en wordt, net als zijn vrouw tot slaaf, gemaakt. Hijzelf wordt, nadat hij zijn doodsgevecht overleeft, gekocht door Dominus Lentulus Batiatus en komt in diens gladiatorenschool terecht. Hier wordt hij getraind door Doctore, de enige gladiator die ooit een gevecht met de grote Theokles, de shaduw van de dood, overleefde. Spartacus komt hier ook tegenover een rivaal te staan. De minnaar van Domina Lucratius (Xena)ofte de gladiator Crixus; ook wel de kampioen van Capua genoemd wordt Spartacus zijn grootste gladiatorenvijand.

Batiatus probeert via de gladiatorenspelen zijn schulden te vereffenen en laat beide kemphanen tegen mekaar uitkomen in een gevecht. Crixus wint en Spartacus wordt zijn gladiatortitel ontnomen en moet zich weer bewijzen in illegale op leven en dood gevechten. Ondertussen werd hem beloofd dat zijn vrouw en grote liefde zal worden gevonden door Batiatus zijn manschappen en zo geschied maar bij aankomst sterft ze in Spartacus zijn armen. Spartacus verbittert en wijdt vanaf dan zijn leven aan zijn gladiatorschap en zijn trouw aan Batiatus die hem eigenlijk alleen maar manipuleert en gebruikt voor zijn eigen doelen. In een zij-aan zijgevecht moeten Crixus en Spartacus het opnemen tegen de onverslaanbare Theokles. Crixus wordt zwaar gewond maar Spartacus kan Theokles doden mits een klein beetje hulp van zijn gladiatorvijand Crixus. Terwijl Crixus quasi op sterven ligt geniet Spartacus van zijn titel als nieuwe kampioen van Capua.

In gans het verhaal loopt als tweede rode draad de corruptie en het verraad in de hoogste Romeinse echelons waarbij vooral Batiatus en zijn vrouw op alle mogelijke manieren willen opklimmen in status. Batiatus ambieert zelfs een ambt als senator in Rome. In deze complottheoriën worden vrouwen, gladiatoren, seks en spelen als het ware tot een spinneweb verweven. Zo moet Spartacus op een gegeven moment zijn beste vriend Varro onder de gladiatoren doden in wat eerst een schijngevecht had moeten zijn. Varro sterft onder zijn zwaard als Numerius, de 15-jarige zoon van een hooggeplaatst ambtenaar daarover beslist. Spartacus is aangeslagen en wordt getroost door Mira, een slavin die verdacht veel van zijn dode echtgenote weg heeft. Er wordt nog wat vers bloed aangebracht als er twee Germaanse broers en een goed voorziene Galliër de school worden binnengeleid. De Galliër wordt zoals reeds eerder gezegd gecastreerd en vermoord maar de Germaanse broers staan aan Spartacus zijn zijde als hij in de laatste aflevering de gladiatorenopstand leidt. Hierin komen enkele complotverhalen boven water waardoor Spartacus en Crixus mekaar vinden tijdens een gevecht op leven en dood. Beiden strijden zij aan zij tegen Batiatus en de Romeinen in de gladiatorschool. Ook Doctore volgt hen in hun strijd. Dominus en Domina en zowat iedereen wordt afgeslagd en de overlevende gladiatoren veroveren de gladiatorschool van Batiatus.

Is deze reeks aan te raden? Ja toch wel als je van bloederige B-film toestanden houdt zoals ledematen die met één houw worden afgehakt alsof het twijgjes zijn en als ja van bloed houdt dat meters hoog spuit uit diezelfde afgehakte ledematen. Ook aan te raden als je eenzaam en alleen bent en de tieten van Marie Vink of Maaike Neuville kotsbeu bent en ook graag eens een minder bekende borst op tv ziet. Ook als je benieuwd bent naar de ontboezemingen van Xena is het dus een aanrader. Als je 15 bent en wil weten hoe de kindjes worden gemaakt kan je gerust deze DVD aan papa of mama onder de kerstboom vragen vermits de cover niets doet vermoeden over de inhoud. Eventueel omdat het grappig is om Romeinen en slaven fuck te zien roepen terwijl er toen op zulke taal waarschijnlijk de doodstraf stond. En tot slot nog aan te raden omdat Spartacus gewoonweg best veel actie en intriges bevat en nergens echt vervelend wordt. Geen superreeks à la Soprano's, Dexter of Deadwood maar er wel net iets onder en dus leuk om gezien te hebben. Ik kijk alvast uit naar het tweede seizoen waarin de opstand der gladiatoren onder leiding van Spartacus zich verder zet.



donderdag 17 november 2011

RUST

Bakker wilde wel eens wat rust,
En mengde vergif in zijn cake.

Gaf zijn vrouw het lekkere baksel,
Op woensdag, midden in de week.

Vrouwlief beet er een stukje af,
Levenslang isoleercel was zijn straf.

maandag 14 november 2011

EN ZE LEEFDEN NOG LANG EN GELUKKIG

Eventjes tussendoor een miniverhaal dmv six word sentences:




Eigen volk eerst zei de buitenlander,

En brengt zijn familie naar België,

Schrijft ze in bij het OCMW,

Ze leefden nog lang en gelukkig.












Tzou nie kunnen zekers?

Grtz from Spain.

maandag 24 oktober 2011

ROADTRIP NAAR GRAZ

Enkele werken geleden zat ik op vrijdagmiddag op mijn werk de loting te volgen van de Uefa Europa League. Vol verwachting van de 'topteams' die mijn favoriete club zou loten bedacht ik dat het toch wel leuk zou zijn om naar pakweg Spanje of Italië te kunnen trekken. Echter het werden het failliete Griekenland met AEK Athene; het verre Rusland met Lokomotov Moskou en de onbekende Oostenrijkse club Sturm Graz. Niet meteen een uitdaging om een uitwedstrijd mee te pikken. Ik stuurde de loting door naar mijn beste kameraad Geert en kreeg meteen een sms-je terug met de melding: "Oostenrijk is nog te doen met den auto hé maat?" Ik dacht zelf van "Ja misschien wel maar we zien wel.

De kalender nadien bleek ook enorm mee te vallen en zodoende probeerde Geert op alle mogelijke manieren via diverse supporterclubs aan twee tickets te geraken. De moeite was tevergeefs want als niet-lid raak te tegenwoordig nergens meer aan de bak en zodoende had ik de hoop al opgegeven. Geert echter ging door en bestelde toch tickets via de site van Sturm Graz zelve waardoor ik kon beginnen om de rest van onze trip te plannen. Enkele dagen later wast ons gastverblijf geboekt en hadden we samen al gekeken hoe ver het was en waar we tussenstops zouden inlassen.

We vertrokken vorige woensdagnacht rond de klok van vieren aan onze trip die net over de 1300 km zou duren. Ikzelf had de avond voordien nog even chef-kok gespeeld en voor ons beiden een superlunchpakket samengesteld dat bestond uit boterhammekes met spek en eieren. Acht boterhammen per persoon om de eerste dag een eindje door te komen. De eerste kilometers gaan, ondanks de gietende regen, goed maar van zodra we stopten en ik het stuur overnam begon de miserie. Stau, Stau, Stau ofte in het nederlands File, File, File. Na enkele uren en de laatste boterhammetjes pakt Geert weer over en samen rijden we door naar onze eerste stop in Garmish-Partenkirchen. 

Mooie omgeving daar in Garmish en ik zou er zeker nog eens naartoe willen als er misschien wat meer sneeuw zou liggen. We zoeken even naar het Olympisch Stadion van de Spelen van 1936 en vinden het na enkele minuten rondtoeren in het kleine stadje. De schansen lijken van op de parking niet eens zo indrukwekkend maar eens binnen lijken ze toch hoger en knapper dan we beiden eerst dachten. Geert neemt wat foto's van de omgeving en we wandelen wat rond. Leuk om een indruk te krijgen van iets wat je al zo vaak op tv hebt gekeken. We nemen beiden ter plaatse een opkikker in de vorm van een espresso in het plaatselijke cafeetje waarna we onze weg vervolgen. 

Stop twee lag ook nog steeds in Duitsland en noemde Berchtesgaden. Berchtesgaden? Wie, wat waar, wanneer? Hitler, Adelaarsnest en buitenverblijf Kehlsteinhaus, Obersalzberg, van 1933 tot 1953. Voila die vragen zijn beantwoord. We komen echter pas om 17h15 aan en we vinden een verlaten parking. Teleurgesteld stappen we uit om tot de constatatie te komen dat de laatste bus reeds vertrokken is richting het Kehlsteinhaus en dat ook de expositie een kwartierje eerder de deuren heeft dicht gedaan. Er zit niets anders op dan door te rijden richting Graz volgens mij en ik stel voor om onderweg nog iets deftigs te gaan eten. Geert is echter niet te vermurwen en haalt het in zijn hoofd toch de berg op te rijden richting het buitenverblijf. "Misschien zien we wel iets of zo" is zijn motto. Mijn reactie is: "Het wordt donker en vermits je langs een 124 meter lange koker naar een 124 meter hoge lift moet die naar het huis leidt denk ik niet dat je van op de weg ook maar iets te zien zal krijgen. Ze leggen niet voor niets bussen in toch?"

Ik laat de keuze aan hem en we rijden naar boven maar al na enkele bochten wordt mijn vrees bewaarheid. Het was echter niet de invallende avond die mijn vermoeden bevestigde maar wel de dichte mist rond de Beierse bergen. Je zag amper een had voor je ogen en eerlijk is eerlijk: als co-piloot fungeren op een slingerende bergweg in dichte mist is niet meteen mijn favoriete bezigheid. We komen een klein bordje Kehlstein tegen en stoppen enkele seconden maar beseffen beiden gelukkig dat onze poging tevergeefs is. We rijden door naar Graz en beslissen samen om onze retourplanning om te gooiden. In plaats van op vrijdag het concentratiekamp van Mauthausen te bezoeken doen we een nieuwe poging en komen we terug via Berchtesgaden. We stoppen nog voor een snelle hap bij de McDonalds en arriveren rond half tien 's avonds in ons Gasthof in Graz. We smijten onze spullen af in ons oubollige maar knusse appartementje, kijken nog even wat Champions League en kruipen daarna moe in bed.

Onze dag in Graz zou goed gevuld blijken. Opstaan om iets na acht, ontbijt tegen kwart voor negen. Tanden poetsen, klaar maken en hop tegen 10 uur gaan we op pad het centrum in. Onze eerste bezoekje staat geplanned op de Schlossberg met de wereldberoemde Uhrturm. Schlossberg rijden we op met de kabelbaan maar eens boven sparen we onze benen niet. We wandelen zowat alle paadjes af (komen zelfs een keertje terug op onze startplaats uit) en we bezoeken zowat alles wat er te zien is. Alleen het Schloss zelve vinden we niet meteen. Op de kaart lijkt deze ook boven op de top te liggen maar eens we afdalen richting de stad zelf valt onze euro dat het eigenlijke Schloss geen echte burcht is maar vooral een aaneenschakeling van huisjes, cafeetjes en winkels die naadloos aansluiten met de rest van de stad Graz. We wandelen nog éénmaal terug naar boven omdat we per sé via de pittoreske trapjes naar beneden willen. Beneden aan de trapjes besluiten we een frisse pint te drinken en wat te bekomen van de eerste inspanningen.


Volgende doel is de Dom en het Mausoleum van Ferdinand II die vlak naast mekaar liggen. De Dom is het eerste van de twee dat we zien en Geert gelooft eerst niet dat deze eenvoudig uitziende kerk een Dom is. We gaan wel binnen en onze mond valt meteen open van het vele pracht en praal. Terug buiten komen we nog Anderlecht fans tegen die, net als wij, het culturele aan het aangename koppelen. Het was een leuke babbel. We lopen door tot aan het Mausoleum en we komen tot het besluit dat we niet bij het mausoleum staan van Franz Ferdinand van Oostenrijk wiens moord het begin van WO I inluidde maar wel dat van Ferdinand II, voormalig Aarsthertog van Oostenrijk en Keizer van het Heilige Roomse Rijk. Deze benoeming was dan weer wel wel de aanleiding tot de 30-jarige oorlog. Foute persoon, foute oorlog maar wel een impressionante kapel met een prachtige graftombe.

Eens hier buiten is het 15h en hebben we nog een uur of vier tot de wedstrijd begint. We besluiten zoetjesaan richting stadion af te zakken en onderweg wat viskes te gaan eten. Daarna komen we nog het Waffenmuseum tegen vermits we nog wel tijd hebben nemen we een kijkje. Leuk, tof maar na drie verdiepingen harnasse, helmen, musketten en oude handwapens hebben we het wel een beetje gehad. Wel nog even een cadeautje kopen voor de vriendin die thuis is achter gebleven en dan toch richting stadion stappen. We wippen meteen de fanshop binnen waar ik naar goede gewoonte een shirtje van de thuisploeg koop. Geert investeert in een sjaal als aandenken en we drinken daar aan één van de standjes een frisse Puntigamer pint. Puntigamer is niet voor niets de sponsor van SK Sturm Graz. Enkele Belgische politiemannen sporen ons aan hen te volgen want 'het is hier seffes niet meer veilig zenne mannen". We drinken er nog ene in gezelschap van medesupporters in een shoppingcenter bij het wereldbekende Hooters en besluiten om kwart na zes toch zoetjesaan op ons gemak af te zakken richting onze plaatsen. We ondervinden nergens een probleem en vinden onze plaatsen meteen.

De match op zich is een beetje een eitje al geeft de man in het zwart vrij snel wat goedkope gele kaarten. Anderlecht is de betere ploeg maar kan de kleine kansjes niet afmaken. Sturm speelt goed in blok en prikt wat tegen zonder veel erg. In de tweede helft keert het tij op twee minuten als eerst Gillet profiteert van een mistasten van de Sturm doelman en een tegenstander meteen erna dom een tweede geel karton pakt. (al was dus vooral die eerste gele kaart wat dom en onverdiend). We malen er niet om en genieten van de sfeer en de match. Mooie actie van Suarez voor 0-2 en de anderlecht aanhang gaat aan het vieren. Wij zitten in een Graz vak en houden ons uiterlijk rustig al was het innerlijk vooral een gelukzalig gevoel. Feestjeuh. Na de match te voet naar huis; een wandelingetje van een uurtje met een McDonalds tussenstop; en daarna quasi meteen tussen de lakens.

Op vrijdag gaan we eerst snel shoppen in de plaatselijke Spar en ik zie de oude getrouwe Tender cakejes liggen. Ik had het er enkele dagen eerder nog over tegen mijn vriendin en ik neem een pakje mee. Ze zal weer kunnen snoepen. Weg zijn we en opnieuw richting Berchtesgaden. Het weer zit alvast mee. Koud maar droog. Geert en ik moeten beiden pipi doen bij aankomst en we gaan de tentoonstellingsruimte in vermits daar de toiletten zijn. Daarna doen we op ons gemak de toer en lezen we met veel belangstelling de pancartes en bekijken we de vele foto's. Ik bemerk, vlak voor we de ondergrondse bunkers in gaan dat het reeds kwart na drie is en dat we niet te lang moeten treuzelen om de laatste bus richting het Kehlsteinhaus niet te missen. Kwart voor vier staan we beiden met onze mond vol tanden voor een gesloten kassa aan de busstopplaats. Nächste Abfaht: 9h20; nächste ruckfahrt: 16h00. Fuck we hebben een tweede keer de laatste bus gemist. Grüss Gott mijn kloten. Zwaar teleurgesteld rijden we nogmaals naar de Oberfsalzberg maar deze keer mogen we gewoon niet door. Slagboom toe en Geert krijgt nul op het rekest als hij nog even aandringt.

Hij hoopt nog even door een andere weg te nemen maar ook dat is qua WO II toerisme niks waard. We komen wel toe in een zeer gezellig bergdorpje en een supergezellige Stube met een knappe Duitse Alpenmadam. We drinken er ééntje en bestellen dan maar ne grote pepersteak met rösti. Njam njam, lekker eten en leuke omgeving. Ik bemerk dat ik naast wat uitgesneden lieveheersbeestjes zit en besef dat ik om diverse redenen (ja die beestjes hebben voor bepaalde mensen een speciale betekenis) een enorm gelukkig leven leid. 

Daarna zetten we alle twee ons hoofd weer richting België en vangen we de laatste 900km richting thuis aan. We wisselen wat sneller af achter het stuur omdat we beiden redelijk moe zijn op den duur en dat liet zich wel even gevoelen in de onderlinge conversaties. Er werd vooral gesnurkt en geslapen door de co-piloten. We wisselen stukken waar we 160 vlammen af met wegenwerken waar 80 het motto is. In Eindhoven blijkt dat onze GPS niet bijster bij de pinken is en ik rij blindelings fout. We tanken, Geert pakt over en rijdt dankzij een oerdomme gps ook nog wat in het wilde weg rond tot we Veldhoven en Waalre herkennen op de bordjes en we weten dat we eindelijk op de goeie weg richting Turnhout zitten. Half vier arriveer ikzelf thuis in mijn appartementje en val voldaan in slaap in mijn eigen bedje.

Het was een leuke trip samen met mijn beste maatje en we doen dit zeker nog over. Alleen dan een locatie zonder bergen in de buurt, we bezoeken geen buitenverblijven meer van dictators en we kiezen geen wegen die langs Eindhoven lopen. Kortom trip geslaagd  !!!!

vrijdag 7 oktober 2011

ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG - V - VERDORIE


HOOFDSTUK V: VERDORIE

“We moeten nog naar de maan” zei Perkamentus “maar ik weet niet of jij zo hoog kan vliegen?” Skrip pufte even wat warme lucht naar Perkamantus en antwoordde dat geen enkele draak zo ver en zo hoog kon vliegen dan hijzelf. “Al denk ik niet dat ik tot aan de maan kan vliegen” voegde hij er snel aan toe. Teleurgesteld legde hij zijn kop op zijn voorpoten. “Dan lossen we dat toch op” riep Perkamentus enthousiast en hij rende naar de dichtstbijzijnde boom en hief zijn toverstok hoog in de lucht. “Pim Pam Pet, verander in een raket” riep hij terwijl hij met zijn toverstok draaiende bewegingen maakte. De boom kraakte en schudde en veranderde stukje bij beetje in een ruimteraket die plaats bood aan hen beiden. De blaadjes waren van de boom gevallen en vouwden samen tot twee ultramoderne ruimtepakken. “Whoohoow, we gaan naar de maan” brulde Skrip en hij sprong vol enthousiasme in zijn ruimtepak. Perkamentus volgde zijn voorbeeld en ze kropen in de cockpit van hun gloednieuwe raket. De tovenaar zette zich aan het stuur, draaide hier en daar aan wat knopjes en weg waren ze. De reis duurde twee dagen en twee nachten en dus hadden Skrip en Perkamentus tijd genoeg om nog wat uit te rusten van hun voorbije avonturen.
De raket landde voorzichtig op de maan en ze keken nieuwsgierig door het raampje naar buiten. Geen van beiden was ooit al op de maan geweest dus wisten ze niet of de maan al dan niet bewoond was. Na eventjes rondgekeken te hebben over het maanlandschap stapten ze eindelijk uit en meteen hoorden ze een klein piepstemmetje. “Ha het wordt tijd dat jullie uitstappen verdorie. Ik sta hier al meer dan een uur tegen jullie te roepen en jullie hoorden mij daarbinnen blijkbaar niet! Kunnen jullie niet een keertje uitkijken waar jullie je raket landen verdorie want jullie hebben mijn maanhuisje bijna om zeep geholpen. Wie zijn jullie eigenlijk want jullie zien er verdorie maar rare kwibussen uit hoor, …” Het kleine witte mannetje ratelde en ratelde maar door en Perkamentus kon er geen speld tussen krijgen. Hij besloot dan maar te luisteren tot het mannetje gedaan had met kletsen. Het ging van verdorie hier en verdorie daar en verdorie zus en verdorie zo. Toen het mannetje uiteindelijk uitgebabbeld was lukte het Perkamentus om eindelijk iets aan hem te vragen. “Wie ben jij?” vroeg hij. “Tss tss dat je dat nog niet door hebt verdorie. Ik ben Verdorie, het mannetje op de maan” zei Verdorie en weer stak hij een heel verhaal af over hoe hij op de maan terecht was gekomen en waarom hij precies Verdorie noemde. Nadat hij weer was uitgebabbeld vertelde Perkamentus hem waarom hij precies op bezoek kwam naar de maan en vroeg hem of hij wist welke kleur hij op de maan moest tevoorschijn toveren. “Verdorie nog aan toe” zei Verdorie “dat is een heel lang verhaal. En ik dacht dat ik veel kon babbelen. Maar om op je vraag te antwoorden weet ik echt niet welke kleur je hier moet tevoorschijn toveren hoor. De maan is wit en wat wit was is wit gebleven dus neen ik zou het niet weten. Behalve wit hebben we hier geen andere kleuren verdorie….” En weer was het kleine witte mannetje vertrokken en vertelde hij Perkamentus weer een heel lang verhaal waarom de maan precies wit zag en waarom er geen andere kleuren op de maan te vinden zijn. Met al de lange verhalen van het mannetje op de maan werd het snel laat en Perkamentus werd moe van al het luisteren. Hij nam afscheid van Verdorie en kroop terug in de cockpit van de raket om een dutje te doen. Verdorie zelf kroop in zijn huisje, knipte het maanlicht uit en sliep. Op aarde werd het dag.
Toen het uren later weer nacht werd op aarde stond Verdorie op en knipte het licht weer aan. Door het maanschijnsel werden ook Skrip en Perkamentus wakker en de tovenaar besloot nog eens met het mannetje op de maan te gaan praten. Ook Skrip wilde zijn poten een keertje strekken en zette mee voet op de maan. Verdorie stak meteen van wal “Ik heb vannacht nog eens nagedacht maar zou echt niet weten welke kleur je hier moet toveren hoor dus ik denk dat je verdorie nog aan toe op een foute plaats bent aanbeland …” Weer taterde het mannetje erop los en Skrip begon zich al gauw te vervelen en wandelde wat in het rond. “Eureka” riep de draak plots en Perkamentus en Verdorie liepen hem achterna om te kijken waarom Skrip zo uitbundig was. Skrip stond naast de raket met zijn poot richting de aarde te wijzen. “Kijk, kijk daar” riep hij uit. “Zien jullie niets mis aan onze planeet?” Hij huppelde op en neer en bleef richting de aarde wijzen. Nog voor Perkamentus kon antwoorden stak Verdorie weer van wal. “Ja, dat is de aarde, die mooie planeet waar jullie vandaan komen verdorie nog aan toe. Mijn favoriete planeet ook want er is zoveel te zien op de aarde. Al die geuren en kleuren. Of wacht even. Het was de mooiste planeet die er was want vroeger zag ze mooi groen en blauw en zo maar enkele dagen geleden verdwenen plots alle kleuren verdorie en werd ze zo grijs als Mercurius en dat vind ik maar een lelijke planeet. Daar is nu eens niets te zien verdorie. Maar enkele dagen geleden kleurde de aarde toch weer groen en ook een beetje rood en zo en dat was wel weer heel mooi al mis ik toch het blauw van de oceanen en de zee en de lucht en eigenlijk ook het heelal want blauw heb ik nog niet terug gevonden en nu kan ik verdorie ook de sterren en zo niet zo goed meer zien en sterren kijken deed ik toch zo graag…”. Terwijl Verdorie maar door en door taterde liep Perkamentus naar de raket om zijn papiertje te halen en zocht de laatste spreuk om het blauw weer tevoorschijn te toveren. “Flie flo flauw. Oceanen vol zalm en kabeljauw missen net als de ochtenddouw het prachtigste blauw.”.
Verdorie zijn getater verstomde plots en hij werd zo stil als een muis. Hij stond daar te kijken naar de aarde waarop de oceanen en rivieren weer hun natuurlijke blauwe kleur teruggekregen hadden. Net als de lucht waarop nu heel duidelijk witte wolken te zien waren. Skrip keek achter zich het heelal in en ook daar werden één voor één alle sterren weer zichtbaar tegen de donkerblauwe hemel. Verdorie kon enkel nog “Verdorie, verdorie, verdorie nog aan toe” mompelen terwijl hij zich de ogen uitkeek naar een wereld die alle kleur weer teruggekregen had. Perkamentus streepte de laatste spreuk van zijn papiertje af en glimlachte even naar de sterren. Een ster knipoogde naar hem en Perkamentus voelde zich even de gelukkigste tovenaar in het ganse universum. Hij en Skrip namen afscheid van het mannetje op de maan en vlogen even later met hun raket terug naar de tovenaarsschool op aarde.
Daar stond Wandeltak hem en Skrip al op te wachten en van zodra ze geland waren werden ze beiden gefeliciteerd met hun werk. Wandeltak zei dat echt alle kleuren terug op aarde aanwezig waren en dat Perkamentus en zijn draak alle mensen en dieren weer enorm gelukkig hebben gemaakt. “Om nog maar te zwijgen van het mannetje op de maan. Die hebben we zelfs stil gekregen” proestte Skrip enthousiast uit. Wandeltak moest er ook om lachen maar omdat het al laat werd was het stilaan bedtijd voor Perkamentus. Zijn meester liet hem en Skrip naar hun kamer gaan. Perkamentus kleedde zich om in zijn oude gele pyjama en stond zichzelf te bewonderen voor de spiegel. “Zou ik het nog eens durven?” dacht hij bij zichzelf en hij nam zijn toverstok in zijn hand. Hij vond zijn pijama nog steeds heel erg lelijk en dacht dat hij wel heel erg dom moest zijn om twee maal dezelfde fout te maken. Het was hem toch gelukt om alle kleuren weer de wereld in getoverd, dus waagde hij het erop. “Bim Bom Bim Bo... “ Skrip trok even een raar gezicht maar Perkamentus verbeterde zich snel. “Verdorie dat ging even bijna fout” zei Perkamentus tegen Skrip. “Dat moet opnieuw: Bom Bim Bom Bim. Wat geel is wordt paars. Bim Bom Bim Bom. Alle kleuren draaien om!” Zijn pyjama kleurde van geel naar het diepste paars dat ooit werd waargenomen. Perkamentus en Skrip kropen tevreden in hun bedje en droomden samen van het leukste geel, het vurigste rood, het hevigste groen, het mooiste blauw, het donkerste oranje en alle andere kleuren die je op onze planeet kan aantreffen.
EINDE 





woensdag 5 oktober 2011

ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG - IV - MAIKA

HOOFDSTUK IV: MAIKA

Toen Perkamentus de volgende morgen zijn oogjes open deed was Skrip al een tijdje wakker. “Kom op” zei Skrip tegen de tovenaar. “We moeten snel vertrekken want we moeten een heel eind vliegen. En je gaat het leuk vinden denk ik” zei de draak. Skrip had namelijk al op het briefje gekeken wat hun volgende bestemming was en sprong ongeduldig op en neer. Perkamentus rekte zich uit, geeuwde nog een keer en klom op de sterke drakenrug. Skrip sloeg zijn vleugels uit en weg waren ze. Onderweg keek Perkamentus enkele keren om zich heen over de weiden landschappen en keek met tevredenheid naar de diverse kleuren die ondertussen al opnieuw her en der te zien waren. Perkamentus zelf had niet gekeken op het papier en dus was het hem een raadsel waar ze naartoe vlogen. Enkele uren nadat ze opstegen zag Perkamentus plots boven een bergkam een grote grijze rookwolk opstijgen. Een beetje verder steeg een tweede rookwolk op en hoe verder ze vlogen zagen ze meer en meer rookwolken opstijgen. Het leek wel alsof de rookpluimen hen de weg wezen want telkens zagen ze een nieuwe rookpluim voor hen opstijgen. Een half uurtje later bereikten de twee vrienden een grote valei tussen de bergen. In het midden stonden een twintigtal wigwams netjes in twee cirkels opgesteld met in het midden een totempaal beschilderd in groen, geel en rood. Hier en daar waren er nog grijze vlekken te bespeuren en Perkamentus wist dat deze wel zouden verschijnen als hij nog enkele andere kleuren tevoorschijn zou toveren.
Skrip lande net voor de totempaal en knielde neer zodat Perkamentus kon afstijgen. In het drop was het stil en leeg. Zo leek het tenminste want plots kwamen vanuit alle hoeken indianen tevoorschijn met hun bogen en bijlen in de aanslag. Ze omsingelden de tovenaar en stonden klaar om aan te vallen. Eentje had een raar masker op en riep iets in een taaltje dat Perkamentus niet verstond. De indiaan met het masker was het opperhoofd en dacht waarschijnlijk dat onze twee vrienden indringers waren. Perkamentus had geen idee hoe hij hen duidelijk moest maken dat ze in vrede kwamen. Plots dacht hij aan iets. De vertaalspreuk! Ooit had Perkamentus een vertaalspreuk geleerd waardoor hij alle talen in de wereld kon spreken en deze zou hem nu wel goed van pas komen. “Kribbel, Krabbel, Kralen, Ik hoor alle verhalen in alle talen” riep hij luid. “Geef jullie over, wie zijn jullie, indringers, kwade geesten” riep de medicijnman terwijl hij nog steeds in zijn eigen taaltje stond rond te springen voor de neuzen van Skrip en Perkamentus.  Perkamentus verstond hem nu wel an antwoordde: “Haw, ik ben Perkamentus en dit is mijn draak Skrip en wij komen in vrede”. Hij maakte een diepe buiging en het opperhoofd kalmeerde. “Haw ik ben Maika, opperhoofd van de Chiracawa indianen, welkom” Hij maakte een gebaar naar zijn krijgers en ze lieten hun wapen zakken. Maika name hen mee naar zijn wigwam en binnen in de tent van het opperhoofd ze met hem de vredespijp roken. “Ziezo, nu zijn wij vrienden voor eeuwig” vertelde Maika en hij vroeg wat hen naar hun indianendorp bracht. Perkamentus legde uit wat er gebeurd was en wat ze al meegemaakt hadden. Maika moest enkele keren hard lachen. Maika op zijn beurt vertelde dat zijn indianenstam de Chirakawa werden genoemd en dat dat eigenlijk ‘Oranje Krijgers’ betekende maar dat ze zich nu beter bij de Korinata indianen. Korinata betekend “grijze wolven”. “Maar als jij reeds alle andere kleuren hebt terug getoverd kan je misschien onze oranje huid weer terugtoveren?” klonk Maika plots enthousiast. Perkamentus knikte blij en trok het papiertje uit zijn broekzak en begon te zoeken met welke spreuk hij de kleur oranje kon terugtoveren. Onderaan het blad vond hij de juiste toverspreuk en hij liep naar buiten en bleef voor de totempaal staan. Ook alle indianen kwamen naar buiten en gingen rond hem staan. “Totempaal niet volledig. Indianen vriendelijk en vredig. Willen geen roze, purper en geen bruin van kastanje. Maar geef hen een overvloed aan oranje!” sprak de tovenaar. Het mulle zand begon rond zijn benen te krullen en enkele tellen later verschenen de eerste glimlachjes reeds op de indianengezichten. Hun grauwe vel kreeg stilaan weer hun oude vertrouwde oranje kleur en ook de totempaal vulde zich hier en daar met oranje. Er werd gejuicht en gevierd en Perkamentus werd door iedere indiaan uitvoerig bedankt. Ze waren eindelijk weer Oranje Krijgers in plaats van Grijze Wolven. Er brak een spontaan indianenfeest uit met gezang en rondedansjes, met lekker eten en drinken en heel veel mooie kleren en maskers. Skrip en Perkamentus lieten het zich smaken en feestten uitbundig mee tot in de late uurtjes alvorens ze uitgeput in slaap vielen op een lekker zacht bizonvel. Ze werden pas tegen de middag terug wakker en voelden zich een beetje moe van al het reizen en feesten. Ze kregen nog een feestelijk middagmaal voorgeschoteld en na een kort middagdutje onder het warme zonnetje begonnen ze hun laatste reis te plannen.

maandag 3 oktober 2011

ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG - III - WATERLELIES EN ROZEN

HOOFDSTUK III: WATERLELIES EN ROZEN

Perkamentus kroop op de rug van Skrip en de draak vroeg aan Perkamentus waar hij eerst naartoe wilde. “Geen idee” antwoordde Perkamentus terwijl hij omhoog de hemel in keek. De weinige wolken boven zijn hoofd hingen waren amper te onderscheiden van de lucht want alles hierboven was nog steeds grauw en grijs. Zelfs de zon hing als een grote donkergrijze bol boven hun hoofden. “Weet je wat” zei Perkamentus terwijl hij op zijn lijstje keek. “Misschien moeten we eerst de zon zijn kleur weergeven. En om het geel weer in de wereld te toveren moeten we naar Zuid-Amerika”. Skrip fladderde volop met zijn vleugels en zette koers richting het grote regenwoud en het meer van Mamaseya.. Enkele uren later kwamen ze aan en landde de draak tussen de reusachtige bomen vlak naast het meer. Perkamentus zei tegen zijn draak: “Rust jij maar wat uit Skrip. Ik ga op zoek naar iets of iemand die de kleur geel is verloren en tover deze mooie kleur weer terug de wereld in. Tot straks.” Hij liep de jungle in en ging snel op zoek. Skrip had dorst gekregen van de lange vlucht en bukte zijn hoofd zodat hij van het water kon drinken. “Helaba” klonk het plots. “Helaba, stop met ons water te drinken!” Skrip keek verbaasd op en zag een grijze waterlelie in zijn richting drijven. Hij schudde zijn hoofd en bukte zijn hoofd weer om nog wat meer te drinken. “Stooooooop!” klonk het plots van alle kanten over het water. Nog meer waterlelies kwamen aandrijven en ze omsingelden Skrips hoofd. “Stop onmiddellijk met drinken jij dom groen mormel. Zie je dan niet dat als je van dit water drinkt je volledig grijs wordt? Gisteren hebben wij met zijn allen van dit water gedronken en plots waren wij allemaal onze prachtige gele kleur kwijt. We denken dat het meer vergiftigd is dus stop maar snel met drinken of je schubben worden ook grijs. Voor ons is het misschien te laat maar nog niet voor jou”. Skrip lachte luid en vertelde hen dat het misschien nog niet te laat was om hun prachtige bloemen weer hun mooie gele kleur terug te geven. Hij vertelde hen over zijn ontmoeting met Perkamentus. De lelies luisterden aandachtig met open kelken. Toen het verhaal ten einde was kwam Perkamentus hijgend van tussen het bladerdek gekropen.
“Niks te vinden” zei hij. “Niks wat vroeger prachtig geel was. We moeten ons vergist hebben van plaats lieve draak” en hij zette zich teleurgesteld neer op een opgevallen boom. De draak liet zijn hoofd even rusten naast Perkamentus op de boomstronk en fluisterde stilletjes “Ik heb misschien gevonden wat je zocht Perkamentus. Wat denk je van knalgele waterlelies?”  Perkamentus keek verbaasd op naar Skrip die met zijn hoofd richting het grote meer knikte. De tovenaar stond op en wandelde naar het water waarin ontelbare grijze waterlelies vol ongeduld lagen te wachten. Hij haalde zijn papiertje uit zijn broekzak en las: “Donkel kronkel boenk kabonkel. Lelies zijn er veel. Sprankel sprinkel sproenk. Kleur hen weer helemaal geel”. Enkele seconden later leek het ganse meer goudgeel te kleuren. Alle waterlelies kregen beetje bij beetje weer hun oorspronkelijke gele kleur terug. In een van de bomen begon een gele kaketoe te fluiten en een gele slang kwam al sissend dank je wel zeggen aan de tovenaar. Perkamentus voelde een warme gloed over zich heen komen en keek omhoog naar de nog steeds grauwgrijze lucht. De warmte kwam van de grote gele bol aan de grijze hemel. Blijkbaar had ook de zon weer zijn kleur en zijn warmte teruggekregen. De zon knipoogde blij naar hem en Perkamentus voelde zich gelukkig. Ook de dankwoordjes van de waterlelies deden Perkamentus deugd en hij kreeg meteen zin om door te vliegen naar de volgende bestemming dus namen hij en Skrip snel afscheid  van de waterlelies en ze vervolgden hun weg.
Hun volgende doel was het Rode Plein in grote Rusland. Ze vlogen de grote oceaan over en na een lange en vermoeiende vlucht kwamen ze eindelijk aan op het mooiste plein van Rusland. Althans vroeger was dit het mooiste plein van het land en zou dit inderdaad het rode plein hebben genoemd maar nu zag het, op wat groene bomen en gele vlaggen na, zo grijs als een muis. Midden op het plein stonden er een jongen en meisje wat sip in het rond te kijken. Perkamentus was nieuwsgierig wat de twee jongelingen daar uitspookten, sprong vlug van Skrips rug op de grond en wandelde naar het verbaasde koppeltje. “Hé, hoe heten jullie?” vroeg de tovenaar. “Igor en Isabella” antwoordde de jongen die met een bange blik de draak in het oog hield. “Nog nooit een draak gezien?” vroeg Perkamentus met een lachje. “Euh, neen” zei Igor. ”Je moet niet bang zijn hoor. Hij is in een goed humeur en dan doet hij geen vlieg kwaad. Maar pas op als hij slecht gezind is want dan blaast hij met zijn hete adem alle gebouwen hier op het plein in één keer weg”. Perkamentus moest lachen met de angstige blikken van Igor en Isabelle en zei tot slot dat hij maar een grapje had gemaakt en dat Skrip de liefste draak in gans de wereld was. Skrip zelf had zich met zijn kop op zijn voorpoten neergelegd aan de rand van het grote plein en was reeds in een diepe slaap verzonken.
“Ik ben hier toch op het Rode Plein?” vroeg Perkamentus aan Isabella. “Mjah” antwoordde ze “Het is te zeggen. Dit was het rode plein tot er gisteren net een grote golf grijze verf over werd gegoten. Er gaan al stemmen op om dit het grijze plein te gaan noemen.” Perkamentus luisterde aandachtig. “Dit alles gebeurde net op het moment dat Igor mij op deze romantische plaats ten huwelijk wilde vragen. Hoe kan ik nu nog met Igor trouwen als alles er grauw en grijs uit ziet? Zelfs mijn hart lijkt een beetje grijs geworden. Niet dat ik niet meer van Igor hou maar het is toch allemaal een beetje anders dan dat we gehoopt hadden” Igor stond erbij alsof hij het ook allemaal niet goed meer wist en knikte om Isabella’s verhaal te bevestigen. Hij vertelde aan Perkamentus dat hij Isabella nog steeds ten huwelijk wilde vragen maar alleen als de wereld en hun harten weer mooi rood zouden kleuren. “Daarstraks hebben we gezien dat de bomen hun groene kleur hebben teruggekregen en de zon weer geel is geworden” vertelde hij verder “dus wachten we nu vol ongeduld tot ook het plein weer rood kleurt. En als het plein rood kleurt kleuren ook de mooie rozen die ik voor mijn liefje heb gekocht weer rood. En dan kan ik haar eindelijk ten huwelijk vragen zoals het hoort” Perkamentus aanhoorde het liefdeskoppel en wist dat hij op de juiste plaats was. “Momentje” onderbrak hij Igor en hij zette een paar passen achteruit, haalde zijn papiertje vanonder zijn tovenaarshoed en zocht even naar de juiste spreuk. “Mag ik je boeket rozen even lenen?” vroeg hij aan Igor. Igor gaf hem het boeket en Perkamentus begon te lezen: “Kazoem Kazoem. Bloemrozen als robijn, liefdeskussen als zoete wijn, ooh wat is het fijn moest er weer rood in de wereld zijn”. Eerst gebeurde er niets. Dan voelde Isabella plots een warme gloed door haar lichaam lopen. Ook Igor begon stilaan diezelfde warme gloed te voelen. Van oost naar west begonnen ook de gebouwen op het plein terug hun oude vertrouwde rode bakstenen kleur terug te krijgen. Het grijs trok uit de rozenblaadjes en tot slot kleurden Isabella’s lippen ook opnieuw knalrood. Igor zag dit en de fonkeling in zijn ogen was voldoende voor Perkamentus om te weten dat ook deze opdracht gelukt was. Igor viel op zijn knieën, keek in de groene ogen van Isabelle en vroeg haar meteen ten huwelijk. Isabella zei meteen ja en terwijl ze kusten midden op het beroemdste plein van Rusland wandelde de tovenaar tevreden terug naar de plaats waar Skrip nog steeds lag te slapen. De duisternis viel in en Perkamentus vleide zich onder één van Skrips vleugels en viel ook in slaap. Hij droomde van de zon, van het gras en van de liefde. Van groen, geel en rood.

vrijdag 30 september 2011

ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG - II - SKRIP

HOOFDSTUK II : SKRIP

Zijn eerste doel waren de grotten van Skrip enkele kilometers voorbij de wijde bossen van Groom. Toen Perkamentus door deze bossen wandelde kreeg hij het even benauwd. Alles zag er donker en angstig uit en Perkamentus zette er flink de pas in om deze donkere bossen snel achter zich te laten. Aangekomen bij de grotten van Skrip zette hij zich even op een grote rots aan de ingang van de grot om wat uit te puffen van de toch wel vermoeiende wandeltocht. Hij at een beetje en dronk wat water en rustte uit. “Wie is daar” pufte er plots een zware stem vanuit de grot “en wat kom je hier doen?” Perkamentus schrok zich een hoedje maar raapte toch al zijn moed bijeen en stapte de grot in. Wat hij daar zag ging zijn petje te boven. “Jij, …, jij bent een draak?” stotterde Perkamentus tegen het enorme beest dat in het midden van de grot op de grond lag. “Ja” brieste de draak terug “ik ben Skrip de draak, en dit is mijn thuis. Tenminste ik was Skrip de draak want gisteren zag ik nog mooi groen en kon ik vliegen en vuur spuwen maar zie me hier nu eens zielig liggen. Ik ben vannacht helemaal grijs geworden en  nu durf ik niet meer naar buiten. Er komt geen vuur meer uit mijn bek en mijn vleugels voelen als lood. Sinds ik mijn mooie groene kleur kwijt ben heb ik ook al mijn kracht verloren om te vliegen. Ik zal hier eenzaam sterven in mijn grot met mijn grijze lelijke huid. O wee als ik diegene te pakken die hiervoor gezorgd heeft.” Perkamentus zette een voorzichtig stapje terug en stamelde: “Euh, … meneer Skrip …. Euh, ik weet eigenlijk een klein beetje wie dit gedaan heeft” De draak keek hem vragend aan en Perkamentus vervolgde “Ik heb hier zo een klein beetje voor gezorgd” en hij keek de draak angstig aan. Skrip verhief zijn hoofd en blies kwaad wat grijze stoom uit zijn neusgaten. ‘Jij” riep hij “Jij hebt mij dit aangedaan! Ik vergeef het je nooit en als ik nog vuur kon spuwen stond je nu in lichterlaaie! Je hebt geluk dat met mijn mooie groene kleur ook al het vuur in mij is uitgedoofd en dat me dat niet meer lukt.”


Perkamentus voelde zich schuldig en wilde de draak troosten maar deze verhief nogmaals zijn hoofd en brulde “Ga weg jij. Ik wil je nooit meer zien!” Onze tovenaar liep naar buiten en zette zich weer op dezelfde rots waar hij even tevoren had zitten rusten. Hij nam de brief die zijn meester hem had gegeven uit zijn achterzak om te kijken wat zijn  volgende bestemming zou zijn. Er stond iets in de brief geschreven: “In de grotten van Skrip is het drakengroen mooier dan de ogen van eender welke kapoen.” Erachter stond iets dat leek op een spreuk en Perkamentus herinnerde zich het verhaal van zijn meester. Hij liep de grot weer in en riep uitbundig “Skriiiiiiip. Ik weet een manier om je je kleur weer terug te geven” Skrip keek even naar hem op maar legde al gauw zijn hoofd weer op zijn voorpoten en snifte “Wat kan een kleine jongeman als jij mij nu helpen?” “Ik ben misschien wel jong maar ik ben een echte tovenaar hoor” antwoordde Perkamentus “en ik heb een toverspreuk om het groen weer de wereld in te toveren.” Skrip lachte luid maar bleef verder rustig liggen. Perkamentus nam het papier in zijn handen en begon te lezen. “Knibbel knobbel habbekrats. Draken in de rats. Frimmel frommel froen. Geef hen weer drakengroen”. Enkele minuten lang kuchte en pufte de draak dat het een lieve lust was. Maar met elke kuch en puf kreeg zijn grijze vel stilaan een kleurtje. Zijn longen vulden zich weer met het vurigste vuur en zelfs zijn vleugels kregen hun kracht terug en begonnen spontaan te fladderen. Wat later was Skrip weer springlevend en blies hij kleine vlammetjes uit zijn neus. Grijze vlammetjes wel te verstaan want de wereld had enkel de kleur groen teruggekregen. En niet alleen de draak werd opnieuw groen; ook de bomen en het gras kregen stilletjesaan hun normale kleur terug. Skrip zelf was dolblij en bedankte Perkamentus uitbundig en beloofde spontaan om hem te vergezellen op zijn reis rond de wereld om alle kleuren weer te voorschijn te toveren. Perkamentus nam het aanbod van Skrip met veel dank aan en gaf hem een dikke knuffel. Daarna vielen ze samen in slaap in Skrips grot en toen ze de volgende ochtend wakker werden gingen ze meteen op pad.

woensdag 28 september 2011

ALLE KLEUREN VAN DE REGENBOOG - I - GRIJS

INTRO

Ik heb tijdens de zomermaanden mijn eerste schrijfopdracht te pakken gekregen en dus heb ik met tussenpozen toch wel hard gewerkt aan een gloednieuw verhaaltje. De vrouw van een vriend van me vroeg om iets te schrijven rond kleur en het zou moeten dienen als rode draad doorheen het lentefeest 2012 van een plaatselijke basisschool

Het is zo ongeveer het eerste verhaal dat ik enkele keren herwerkt heb tot het enigzins aan mijn verwachtingen voldoet en bestaat uit net iets meer dan 5000 woorden. Ik heb het verhaal uiteindelijk in 5 hoofdstukken opgesplits en vandaag krijgen jullie het eerste hoofdstuk voorgeschoteld. Hopelijk bevalt het een beetje en blijft de interesse hangen tot het einde.


HOOFDSTUK I : GRIJS

Na een vermoeiende lesdag over dieren, planten en toverspreuken in de tovenaarsschool van meneer Wandeltak trok Perkamentus met een dikke zucht zijn kamerdeur toe. Omdat hij zo moes was trok hij meteen zijn knalgele pyjama aan en liet hij zich op zijn bed laten vallen om wat te bekomen van de lange dag. Hij bekeek zich vanuit zijn bed in de grote spiegel die in zijn kleine kamertje hing en vond dat zijn pyjama er niet zo heel erg leuk uit zag. Het was een gele pyjama en geel was niet meteen zijn favoriete kleur. Gelukkig had Perkamentus die dag een spreuk geleerd om kleuren te veranderen. Hij nam zijn toverstok in de  hand en zette zich rechtop voor de spiegel. “Bim Bom Bim Bom. Wat geel is wordt paars. Bim Bom Bim Bom. Alle kleuren draaien om!”. Hij bleef even staan kijken naar zijn spiegelbeeld vol verwachting of zijn spreuk iets zou veranderen aan de kleur van zijn pijama. Vijf minuutjes later stond hij nog steeds naar zichzelf te kijken onze kleine tovervriend kroop teleurgesteld in bed in zijn knalgele pijama. De volgende ochtend echter….
Perkamentus werd wakker met een luide geeuw en toen hij zijn slaapoogjes opende schrok hij zich meteen een tovenaarshoedje. Zijn lessenaar zag donkergrijs. En zijn lakens lichtgrijs. De gordijnen zwart en al de rest van zijn kamertje zag er net hetzelfde uit. Alles was grauw en grijs of zwart. Zelfs de kleur van zijn pyjama was veranderd van geel naar een heel lichtgrijs kleurtje. Perkamentus stak zijn hoofd door de deur en zag dat ook alle kleurrijke schilderijen niet meer zo kleurrijk waren maar er uit zagen als één grote grauwe boel. Het leek wel alsof alle kleuren plots verdwenen waren. Plots voelde hij een stevige hand die hem terug in zijn kamer duwde. Perkamentus schrok en keek op naar het gezicht van zijn meester. De donkere ogen van Meneer Wandeltak stonden op oorlog. “Perkamentus, Perkamentus” siste hij van tussen zijn grijze lippen “Wat heb je gisteren toch uitgestoken? Heb jij de kleurenspreuk gebruikt?”. Perkamentus wist eerst niet wat zeggen en knikte stil van neen. “Ben je zeker?” vroeg Wandeltak. Perkamentus wist dat liegen geen zin had en gaf toe dat hij de avond ervoor de kleurenspreuk had gebruikt om zijn lelijke pyjama wat meer kleur te geven. Wandeltaks ogen veranderden van boos naar bezorgd. Ze bleven echter even zwart.
De meester tovenaar zette zich op het bed en keek Perkamentus diep in de ogen en vertelde hem dat hij een cruciale fout in de spreuk had gestoken. Hij vertelde Perkamentus dat de eerste keer Bim Bom Bim Bom omgekeerd Bom Bim Bom Bim moest zijn. Door de spreuk om te wisselen had onze kleine tovenaar alle kleuren op gans de wereld weggetoverd en daardoor bleef er alleen nog wat grijs en zwart over. Perkamentus zei hem dat hij de spreuk opnieuw zou opzeggen zodat alles terug kleurrijk werd maar zo simpel bleek dat allemaal niet. Wandeltak vertelde hem dat de kleuren enkel konden terugkomen als er op verschillende plaatsen over gans de wereld een aantal spreuken werden uitgesproken en daardoor zou er telkens weer een beetje meer kleur in de wereld tevoorschijn komen. “Dus heb ik een opdracht voor je” besloot Wandeltak. Perkamentus keek verbaasd op. “In plaats van je te straffen moet jij ervoor zorgen dat alle kleuren terug in de wereld worden getoverd. Net zoals je er vannacht voor hebt gezorgd dat alle kleuren werden weggetoverd. Jij moet op wereldreis en zoeken naar het mooiste rood, het leukste blauw en het felste groen en ervoor zorgen dat iedereen op aarde weer kan genieten van al deze kleuren”. Perkamentus kreeg een lijstje van de plaatsten die hij moest bezoeken en de spreuken die hij moest uitspreken en een uurtje later trok hij gepakt en gezakt de deur van tovenaarsschool achter zich dicht. Hij keek nog eenmaal achterom naar de tovenaarsschool en stapte daarna vlot door op het grote grijze grindpad de wijde wereld in.

vrijdag 16 september 2011

LA MERKEL HA UN CULONE INCHIAVABILE

Bovenstaande titel is een uitspraak van mijn goede, doch onbeschofte vriend Silvio Berlusconi. Bekend en berucht als voorzitter van de topclub AC Milan maar ook als de premier van de laars van Europa en net in deze functie nam deze aimabele heer op leeftijd (Berlusconi wordt eind deze maand 75) deze woorden in de mond. Culone inchiavabile kan je nog het best vertalen als een dikke kont waarin niet te neuken valt en La Merkel slaat uiteraard op de televisievullende verschijning van Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland. Moet nog gezegd zijnde dat Silvio zijn uitspraak wederom niet in goede aarde is gevallen in het uitgestrekte politieke Europese landschap?
Wederom zeg ik U omdat Berlusconi erom bekend staat dat hij vaak ongelukkige of controversiële uitspraken doet. Hiermee is hij al meerdere malen in een lastig parket gekomen. Zo beweerde hij dat Mussolini destijds geen bloed aan zijn handen had want hij heeft nooit iemand vermoord. Hij stuurde mensen op gedwongen vakantie. Of Barack Obama werd gefeliciteerd na zijn overwinning in de Amerikaanse presidentsverkiezingen met de woorden: “Hij is jong, knap en ‘gebruind’. “ Hij vergelijk de tijdelijke onderkomens in tentenkampen van de slachtoffers van de aarbeving in Abbruzo als ‘een weekendje op de camping’. Ook homo’s werden veelvuldig beledigd zoals die keer toen Berlusconi beweerde dat het eervoller is om gepassioneerd te zijn voor een mooie jonge vrouw dan voor een lelijke homoseksueel. De gevraagde excuses om dit laatste zitten nog steeds diep in Berlusconi’s keelgat en ik vrees dat ze daar eeuwig zullen blijven steken?
Dit brengt ons naadloos naar de seksfeestjes welke hij talloos organiseerde voor hem en zijn diversiteit aan gasten.  Quasi altijd werden deze feestjes opgesmukt door vele bloedmooie maar naar pedofilie neigende meisjes. Anders gezegd: Ik wil de mond niet vullen van alle minderjarige meisjes die door Berlusconi en zijn gevolg werden genuttigd. Vorige zin klinkt trouwens zo fout dus de lezers die nu even pornografische gedachten hadden bij het lezen van die zin: IK HAD HET OVER VOEDSEL !!!!! In ieder geval loopt er sowieso een rechtszaak tegen hem wegens het aanzetten tot minderjarige prostitutie. Zo zou ene Noemie Leatitia diverse malen aanwezig zijn geweest op de bedrijfsfeestjes of werd een 17 jarig Marokkaans meisje de hand boven het hoofd gehouden toen ze werd gearresteerd wegens diefstal. Deze jongvolwassene stond bij de autoriteiten trouwens beter bekend als ‘Ruby de hartendief’. Drie keer raden wiens hart ze meermaals heeft mogen stelen. Geen wonder da zijn vrouw van hem wou scheiden.
Alle rechtszaken en onderzoeken tegen hem worden trouwens pertinent afgedaan als lastercampagnes tegen zijn persoon of tegen zijn partij. Van grootheidswaanzin gesproken. Je zou voor minder als je sinds 1994 tot nu quasi onafgebroken (op een tussenperiode tussen 1996 en 2000 na) op één van de belangrijkste politieke postjes van Italië plaats mag nemen. Berlusconi voelt zich onaantastbaar en dit omdat hij gans het Italiaanse rechtssysteem in zijn achterzak heeft zitten. De omkoopschandalen met Italiaanse rechters zijn niet meer op één hand te tellen. Ook dit wordt afgekraakt als verzinsels tegen zijn persoon doch tegelijk probeert Silvio via allerlei nieuwe immuniteitswetten en wetten op de verjaringsregels van misdrijven zijn verantwoordelijkheid te ontlopen.
Sowieso komt de sneer aan het adres van Merkel op een fout moment vermits gans Zuid-Europa in redelijk slechte financiële papieren lijkt te zitten en gered dient te worden door de rest van Europa. Spanje, Griekenland, Portugal, Italië. Ze zijn nagenoeg allemaal failliet en liggen aan een financieel Europees infuus dat gevoed wordt door de grotere landen zoals onder andere Duitsland. Als ons Angela morgen de tegenhangster van Joëlle Milquet wordt en als Frauhlein Nein wil aangesproken worden ziet het er eensklaps niet zo goed meer uit voor de laars. Als de Europese geldslurf wordt toegedraaid wordt het mooie ‘fuck-me botje’ een lelijk ‘fuck-you botje’ en blijft signori Berlusconi alleen achter op zijn decadente party’s. Eens zien wie er dan nog een grote muil opzet hé. Ik zou denken: "Kiss that ass !!!" Daarbovenop nog een extra gouden raad Silvio: Zip it ! Zowel daarboven als daar beneden. Al heeft hij in verband met de titel voor een keer misschien eens geen ongelijk.

vrijdag 9 september 2011

SWS

SWS staat voor Six Word Sentences of in het nederlands: Een zin bestaande uit zes woorden die samen een verhaal vertellen of een bepaalde sfeer scheppen. In mijn zoektocht naar dichterlijke creativiteit kwam ik op een site uit die volledig hieraan was gewijd en ik vond enkele pareltjes  in het Engels. Ik ga ze hier niet posten vermits mijn blog echt wel nederlandstalig is en ik ook niet graag de inspanningen van anderen steel. Echter heb ik wel een poging gedaan om er zelf ééntje in mekaar te knutselen. Ziehier het resultaat:


"Ezelpis en kikkerbloed. Lekkere soep feeks!"


Er gaan er nog volgen zo tussen enkele 'normale' blogjes door. Ik ga me er eens op concentreren om er enkele te schrijven. Misschien iets leuks om er af en toe tussen te flapperen.

Groetjes,

Direct een updateken doen hier zie. Heb er meteen al een stuk of dertig geschreven haha. Ik vind het wel leuk op te doen en er zitten enkele leuke dingen tussen. Hieronder nog een drietal SWSjes. De rest volgt later. 



"Eigen volk eerst? Belg of Vlaming?"

"Zesendertig. Eén woord met twee cijfers"

"Geef eens een hoorntje aan Afrika"

dinsdag 6 september 2011

NOG VIJF DAGEN EN DAN KABOEM !

Nog vijf dagen en dan is het weer van dat want dan zal het precies tien jaar geleden zijn geweest dat de Twin Towers in New York het middelpunt van de belangstelling werden. Dit na de meest beklijvende terrorismedaad ooit onder het bevel van Osama Bin Laden. De aanhef naar deze 'nine eleven', tien jaar na datum is reeds in volle gang. De eerste kanonschoten zijn reeds in het begin van deze maand gelost. Zo las ik net nog in een nationale krant  nog de volgende headliner: 'Waar was U op 9/11?' Een kop waaronder hoogstwaarschijnlijk de verhalen van enkele bv's of journalisten worden neergeschreven op deze dramatische dag tien jaar terug. Mij interesseert het sowieso niet wat een Sammeke Gooris of een Lesley Ann Poppe aan het uitsteken was op het moment dat Osama's soldaten enkele vliegtuigen te pletter deden storten. Voor mijn part was de Sam zijn goedje op de neptieten van Lesley Ann aan het spuiten of zo terwijl Shania Pfaff om haar papfles kwam wenen. Ik vraag me zelfs af of dat arme kind dan al geboren was en of ze niet de dochter is van een ander Pfafferke? Zoals gezegd kan het mij geen reet schelen.

Een ander voorbeeld is het spervuur van nagelnieuwe reportages. Zo ook die van Rudi Vranckx die de titel 'De vloek van Osama' meekreeg. Gisteren was de première op tv. Een programma waarin deze topreporter; want dat is hij wel; zich de vraag stelt wat er misgelopen is na deze dramatische dagen. Wat er veranderd is en waarom en of het ooit nog goed komt op onze planeet. Een leuke invalshoek dat wel maar wat draagt het bij tot het feit dat er die dag duizenden mensen geveld zijn geweest door de hallucinante zelfmoordmissie opgezet door één enkele zot. Maar is het echt nodig om gans de wereld rond te reizen om ons opnieuw met onze neus tien jaar terug in de tijd te zetten? Ik denk het niet.

Ik heb de tv-programmatie voor komende zondag nog niet ter hand genomen maar ik zou er niet van verschieten moesten de diverse zenders onderling een oorlogje uitvechten om de beste filmprogrammatie te versieren. Er zijn sowieso films genoeg over de aanslagen op de Twin Towers om alle Vlaamse zenders met gemak te voorzien van een avondvullend programma. Fahrenheit 9/11 is er één van en daarnaast bestaat er nog de film World Trade Center of wat denk je van United 93 of eventueel heb je ook nog de film met de simpele titel 9/11. Zelf heb ik geen enkele van deze films gezien dus kan ik jullie niet vertellen of deze ook maar enigszins de moeite zijn om voor te gaan zitten maar mijn eerlijke, doch niet objectieve, mening zegt dat je beter eens naar de tv-theek van Telenet of Belgacom surft. 

Het is echt niet mijn bedoeling om een bommetje te leggen onder de herdenkingen van de diverse slachtoffers of de vieringen voor de vele helden die zijn opgestaan en mensenlevens hebben gered of zo. Een dag als deze over vijf dagen MOET zelfs herinnerd worden en zeker als er, zoals dit jaar,  een jubileum te vieren valt.Alleen heb ik geen behoefte om nogmaals die gruwelijk beelden weer te zien. Om, zoals elk jaar, via alle mogelijke media, geïnformeerd te worden over de diverse gebeurtenissen die naar aanleiding van de aanslagen de voorbije jaren zijn gepasseerd. Het wordt elk jaar erger en erger en ik vrees dat we ons dit jaar aan een clusterbom van reportages, informatiecampagnes, artikels en blogs mogen verwachten omtrent dit heikele onderwerp en ik heb daar absoluut geen behoefte aan. 

Ik ga zondag gewoon mijn appartement opkuisen want ik vind dat het hier proper moet zijn tegen dat er één of andere moslimextremist beslist om een molotovcocktail door het raam te zwieren.  En 's avonds kijk ik misschien wel op de laptop naar Four Lions; een film over vier Britse wannabe Jihad terroristen die tevergeefs proberen zichzelf op te blazen. Zo kan ik tenminste nog eens goed lachen op één van de meest dramatische dagen van het jaar zonder me schuldig te voelen. En daarna KABOEM mijn bed in en dromen over 72 maagden in het paradijs.  

As-Salaam-Alaikum

Q,

vrijdag 19 augustus 2011

FESTIVALITIS: PUKKELPOP - DE CHAOS

Iedereen heeft het nieuws gisteren en vandaag al wel gezien. De chaos, de ravage, de treurnis omwille van de slachtoffers. Pukkelpop zit erop voor 2011, spijtig dat het in mineur is. Straks mijn relaas maar eerst het positieve.

Zoals steeds missen Stefan en ik onze eerste afspraak op de weide. The Sore Losers moeten we aan ons voorbij laten gaan wegens te laat vertrokken. Stefan en ik fietsen tegen de middag richting Kiewit. We stoppen bij het Texaco tankstation om snel een broodje te eten en ik drink er een Red Bull bij om wat energie aan te zuiveren om drie dagen festivalitis te overleven. We hebben meteen spijt van onze keuze voor een lange jeans maar we zetten als echte die-hards door en fietsen door naar de weide. 

Lange wachtrijen maar den deze ziet meteen een snelle manier om binnen te komen. Twee korte rijen voor mensen met dagtickets maar blijkbaar aanvaarden ze daar ook combi tickets. We zijn binnen op twee minuten. Whoehahahaha aan allen die teveel geduld hebben. We pikken onze drankbonnetjes op en passeren het gekweel van Eliza Doolitle in de marquee. Aan de Humo stand halen we twee programmaboekjes op en we besluiten eerst de Chateau te verkennen met Trophy Wife, een jonge versie van Foals. Niet slecht maar toch wat eenheidsworst na een nummertje of drie. Het is veel te heet en Stefan en ik besluiten om terug naar huis te fietsen om van tenue te wisselen. Zo geschied.

Snel over en weer heet dat en een klein uurtje later staan we aan de Main Stage samen met Danny naar Face To Face te kijken. Snelle old school punkrock nog van voor de tijd van Green Day en consoorten. Lekker vlammen zo vroeg op de dag. Ik blijf echter uitkijken naar vanavond, naar de Foo Fighters. We drinken nog wat pintjes en leggen ons in de schaduw van de vlaggen aan de Chateau met The Wombats op de achtergrond. Ook niet slecht trouwens maar het is warm, heet, puffen .... Een half uurtje later wandelen we weer de Chateau in om The Sound of Arrows te gaan bekijken. Iets electronisch met een 'gay' zanger. Niet meteen ons ding dus nemen we na anderhalf nummer al afscheid. We hebben even tijd en gaan voor een pizzake en een pintje. Daarna is het twijfelen tussen Explosions In The sky of The Naked And Famous. We gaan voor het eerste en we leggen ons buiten aan de Marquee. Ik ga pissen en breng een frietje en een boulet mee. Smullen. Misschien hebben we hier de verkeerde groep gekozen vermits de explosions in the sky later echt zouden losbarsten. Hadden we voor die andere groep gegaan zouden we waarschijnlijk ettelijke Vlaamse babes naakt zien rond paraderen hebben. Mjah.
Frietje binnen en ik wil per se Skunk Anansie gezien hebben. Danny wil mee. Enkel Stefan is geen voorstander en die gaat pissen. Voordien waren we reeds Vicky, Nele, Vanessa en haar nieuw lief Vanessa (echt waar), Karolien, Davy, Bert en Lesley tegengekomen en we vervoegen hen tijdens het concert van Skunk op de Main Stage. Skin heeft een engelenstem. Tweede hoogtepuntje van de dag wat mij betreft. Stefan gaat na een tiental minuten schuilen en zegt me waar ik hem kan vinden straks. Het begint wat te regenen en grap met Bert over het feit dat iedereen regenjasjes aantrekt. Wij 'echte mannen' blijven in t-shirt staan kijken naar Skunk Anansie. Het regent me toch iets te hard en ik ga Stef zoeken in de club. Vind hem niet meteen en twijfel of het niet in de Chateau was dus wandel ik terug naar de groep van Vicky en co. Dan breekt de hel los.

Mijn interpretatie van de feiten:
Een eerste bliksemschicht schiet langs de Main Stage en de lucht kleurt zwart en groen. We besluiten met z'n allen te gaan schuilen in de biertent op het terrein aan de Club. Voor de biertent staat nog een partytent met daaronder vele houten banken en tafels. Hieronder staat het stampvol mensen die aan het schuilen zijn voor het komende onweer. Wij kruipen dus de biertent in en nog geen minuut later vliegt de partytent voor onze neus aan flarden. De wind rukt aan elk zeil, elke vlag en in enkele seconden is de partytent verdwenen. Pilaren knakken simpelweg in twee, koorden knappen. Bert en ik kijken naar boven en ook onze schuilplaats begint te scheuren. We maken dat we weg zijn. Ik volg Bert en sleur Lesley met me mee al raak ik haar later toch nog kwijt in het tumult. Ik zie mensen onder zeilen schuilen, onder banken liggen en vooral wegvluchten in alle richtingen. We schuilen zelf met enkele anderen onder een plastic zeil tegen de hagelstenen die als pingpongballen zo groot uit de hemel worden gekatapulteerd. De hagel voelde alsof je onder vuur werd genomen door een vuurpeloton. Pijnlijk.

Als de storm na tien minuten is gaan liggen besluiten Bert en ik rustig richting de uitgang te wandelen. Rondom is de schade groot. Partytent weg. Vlaggen schots en scheef. Weg ook. Panelen omgewaaid. Takken op de weg. Een geluidstoren die tegen de grond is gegaan. Later hoor ik dat ook het grote scherm aan de club tegen de vlakte is gegaan. Onderweg naar de uitgang zien we een omgevallen boom op de Proximus stand liggen. Op het terrein van de Marquee en de Chateau lijkt links alles redelijk ok maar rechts ligt gans de Chateau in duigen. Dit kan niet goed aflopen zeggen we dan al tegen elkaar. Hier en daar zijn er nog bomen geknakt en fout terecht gekomen. We klimmen over de Pukkelpop letters die aan een stelling hingen aan de ingang. Ook dit ligt allemaal tegen de aardkorst. We krijgen de eerste signalen door dat men al iemand aan het reanimeren is en de hulpdiensten komen in massa aangereden. Gelukkig kwam dit allemaal snel op gang. We vinden een deel van onze groep terug bij de ingang op de wei. Vicky, Lesley, Bert, ik, Vanessa. Mijn GSM is ondertussen plat en verzopen dus ik heb geen weet van Stefan of Pip. Ook Vanessa (vriendin van dus) en Nele zijn vermist. Beiden waren op toiletbezoek als het onweer losbarstte. Zelf hoop ik dat Stefan niet in de Chateau zat maar zeker weet ik dat niet. 
 

Omdat ik geen nieuws heb van Stef en Pip, het koppel waar ik verblijf besluit ik met Bert mee te gaan. Die woont ten slotte ook in Runkst dus zit toch al korter bij. We wandelen langs de fietsenstalling in de hoop Stefan daar aan te treffen. Geen geluk. We stoppen nog even verder bij een tante en een kameraad van Bert en in de tussentijd ga ik nog twee keer Stefan zoeken bij onze fietsen. Geen geluk. Bert en ik wandelen door tot bij Nina waar we onze kleren tot op onze boxershort uitspelen en we ons afdrogen. Bert bezorgt me een T-Shirt en trekt zelf een ander hemdje aan. GSM nog steeds uitgeteld maar ook alle netwerken liggen plat dus bellen had toch geen zin. Nadeel is wel dat ik geen enkel telefoonnummer ken. Ik vind Pipke haar nummer in de telefoongids en bel van bij Nina maar geen gehoor. Bert en ik stappen wat later in zijn wagen en rijden richting Runkst. Wel een sjiek zicht. Twee mannen in t-shirt en hemdje in onze boxershorts in de wagen. Gelukkig heeft de politie andere katjes te geselen want dit uitleggen bij een controle wordt wel heel raar. We passeren nog even bij Stef en Pip thuis en ik ga in mijn ongewone tenue aanbellen. Niemand thuis en de ongerustheid slaat toch een beetje toe.

Een droge broek van Bert gekregen. Ondertussen ook mijn mama gebeld en haar gerust gesteld. Ook mijn liefje moet de muren oplopen want ik was voor geen meter bereikbaar en via mijn mama kom ik dan toch aan haar GSM nummer. Ik bel haar meteen; met Berts GSM nog steeds; en ben enorm opgelucht haar stem te horen. En dat was aan de andere kan van de lijn zo te horen wederzijds. Bert en ik kijken naar de diverse nieuwsberichten op VRT, VTM en TV Limburg. Geen goed nieuws want reeds twee doden. Fuck fuck fuck. Niet goed. Met een halve internetconnectie komen we via Facebook te weten dat het meerendeel van onze vrienden ok zijn. Ook Pip is terecht en ze is thuis geweest maar zit op dat moment bij Tamara en Bert (een andere Bert !!!). Ze zijn zo lief mij te komen oppikken zodat ook ik terug wat meer op mijn gemak zit. Nog geen nieuws van Stefan. Dan belt Nele naar Bert om te zeggen dat ook zij en de andere Vanessa ok zijn en blijkbaar heeft zij Stef aan de fietsenstalling zien staan op zoek naar mij. Onze fietsen hangen echter samen vast dus hij is een beetje gekloot door de omstandigheden maar hij is wel veilig en wel en dat is veel meer waard. Iedereen die ik ken is dus ok. Een pak van mijn hart en ik licht Pip meteen in dat Stef zich niet onder de slachtoffers bevind. Ik dus mee naar Tam en de andere Bert.

Bij Tam en Bert voor de zoveelste keer mijn relaas gedaan en dan eindelijk even relaxen in een rustige omgeving. Er gaan nog enorm veel telefoontjes en smsjes over en weer en ik vind eindelijk een oplader voor mijn GSM. Dank je Tammie, je bent een schat. Stef is te voet onderweg en wordt opgepikt door Bert. We worden wat later herenigd en de knuffels vliegen over en weer. Iedereen safe. Oef. We pikken nog wat nieuws mee op de diverse mediaformats en we horen dat er vier podia naar de vaantjes zijn: Chateau, Wablieft!, Boiler Room en Shelter. We bestellen pizza en bekomen van de gebeurtenissen. Op dat moment wordt er al gesproken van vier doden. Ellende ellende. Ikzelf kan eindelijk wat berichtjes beantwoorden en vrienden gerust stellen. Bedankt allemaal voor jullie bezorgdheid trouwens. Als mijn GSM iets of wat opgeladen is bel ik nog een laatste keer met mijn lief. Goed om gewoon haar stem te horen al heb ik geen besef meer van tijd. Het moet dan al laat zijn geweest.

Vanmorgen komt met de nieuwe feiten het besef wat voor een ramp op de weide heeft plaatsgevonden. Vijf doden ondertussen en nog een vijftiental zwaar gewonden. Ook nog eens een 70-tal lichtgewonden. Een grote ramp door tien minuutjes zwaar onweer. Erg, heel erg. Zeer zeker niet de schuld van de organisatie. Dit had niemand kunnen voorzien of voorspellen. En de dag was net zo mooi begonnen. Grootmoedig om de rest van het festival af te gelasten. Primair zijn de families van de slachtoffers. Ik als vaste gast op het festival begrijp het perfect want, nog steeds zwaar aangeslagen.

Nog eens merci aan iedereen voor opvang, droge kledij, het luisterend oor, ...

R.I.P. aan de slachtoffers. Moed aan de families ervan. We denken aan jullie.