Zes jaar geleden won een
18-jarige,weliswaar grappige, nietsnut uit Zelzate de Comedy Casino Cup. En
deze, nog steeds rad van tong zijnde, stand-up-comedian heeft nu een boek uit
getiteld: “Het Leven Is Kak En Dan Wordt Het Grappig”. Voor al wie een grappig
boek verwacht kan ik al zeggen dat je bedrogen gaat uitkomen. Al wie hoopt op
een serieus boek ook. Het is deels autobiografisch; deels een achter-de-schermen
van de Vlaamse comedy verhaal. Geschreven in een beetje een romanstijl maar
tegelijk rommelig genoeg om typisch Xander De Rijcke te zijn. Soms grappig,
soms ontroerend en bij momenten nietsverhullend over zijn jeugdvrienden, het
internaat, zijn collega komieken, het comedycircuit, en zijn moeder die niks
van hem aantrekt.

Xander spreekt ook over de
diverse gradaties binnen de Comedy. De kleine achterzaaltjes, spelen voor 5 man
en een schaap, over bejaardenfeestjes, privé optredens, de places-to-be qua
open podia en de diversiteit aan publiek. Hij maakt een soort van comedy bijbel
die elke organisator moet gelezen hebben om tot een leuke show te komen en die
wish-list lijkt me vrij logisch al wordt er zo te lezen niet altijd rekening me
gehouden. Xander houdt er leuke anekdotes aan over en beschrijft ze vaak recht
voor de raap in zijn boek. De Tv optredens komen ook aan bod, hoe zijn
populariteit in het circuit niet vooruit geraakt die eerste jaren (soms zelfs
achteruit gaat), het probleem om nieuw materiaal te schrijven en de frustraties
omdat hij niet tot het grotere circuit kan doorstoten. Het toeren met collega’s
komt ook uitvoerig aan bod en de onderlinge verstandhoudingen tussen diverse
Vlaamse stand-uppers wordt snel duidelijk. Het blijkt een wereldje te zijn van
ons-kent-ons en ons-helpt-ons. Xanders beschermengel blijkt niemand minder dan
de grote Alex Agnew te zijn. Hij erkent zijn gebreken en legt oa zijn geschil
bij met Philippe Geubels en Fokke van café The Joker.
Naar het einde toe krijg je nog
een stukje essentieel te bekijken materiaal voor de stand-up liefhebber als hij
een overzicht geeft van zijn grote invloeden en waar hij ultiem naartoe wil met
zijn eigen comedy. Dit deel spreekt misschien minder aan omdat comedy toch redelijk
persoonsgebonden is en niet iedereen zin heeft om comedy ook in een andere taal
dan het Nederlands tot zich te nemen. Uiteindelijk krijgt zijn eerste
zaalshow ‘Mijn zoete 666” vorm en heeft hij het over try-outs, zijn eerste shows in het grote circuit:
Arenberg in Antwerpen, Capitole in Gent, De Werf in Aalst, … en de fierheid wanneer
zijn eerste DVD in de rekken ligt. Xander keert op het einde nog eenmaal
terug naar zijn jeugd, zijn jeugdvrienden en zijn familie en spuit nog een
laatste keer zijn gal en liefde uit alvorens te besluiten dat het leven kak is
en het daarna alleen maar grappig wordt. In wezen heeft hij nog gelijk ook.
Persoonlijk vond ik het enorm
vlot lezen al kan het misschien te maken hebben met het feit dat dit het eerste
boek is dat ik sinds de zomer effectief heb uitgelezen. Het is ook het eerste
boek dat ik verslonden heb sinds ik de reeks van Dan Brown enkele jaren geleden
in huis haalde. Zegt genoeg niet? Je moet niet per se van comedy of van Xander
houden om het graag te lezen al is het leuker om bij een aantal personages de
gezichten bij te denken. Het leest wat als een From Zero To Hero And Back And
Once Again To Hero verhaal en eigenlijk is het dat ook. Xander schrijft dit op
zijn vierentwintig na zes jaar in het comedy wereldje te vertoeven. Op de beloofde
verfilming van Jean-Marie Pfaff zijn levensverhaal zit ik nog steeds te wachten
al heb ik daar na 10 jaar De Pfaffs ook niet meteen behoefte aan. Als
grammatica techneut kan je je wel ergeren aan het boek maar ikzelf lees daar
zelf vaak over. Het heeft zelfs een beetje zijn charmes en dat is meteen dé
reden waarom ik mijn vorige blogs nog steeds niet heb herlezen met het oog op
grammaticale- en spellingscorrecties. Fuck it. Het boek is ook een voorbeeld
van een leerproces van een achttienjarige die in een volwassen wereld wordt binnen
gegooid die, ondanks zijn beroepskeuze, allesbehalve komisch is en waarin hij
moet leren te overleven. Een leerproces dat we allemaal hebben doorgelopen en
nog steeds doorlopen tot iemand uiteindelijk het licht zal uitdoen en we aan
onze ‘Zwarte Parade’ beginnen. De cover vind ik trouwens geweldig een beetje
refererend naar Harvey ‘two face’ Dent uit de Batman comics. Meteen ook de
reden waarom ik het boek in de eerste plaats uit het rek genomen heb.
Een dikke aanrader als je geen
comedy boek verwacht want Xander is bij momenten wel geniaal zot. En als je net
als ik iets hebt van “Er staat KAK in de titel dus deze MOET ik lezen” kan ik
alleen maar zeggen: “Waar wacht ge nog op?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten