vrijdag 16 maart 2012

IEDER HUISJE HEEFT ZIJN KRUISJE


Waarom mijn kind?

Waarom ver weg in Zwitserland?

Wat is er precies gebeurd?

Waarom zo jong ook?

Hoe moeten we verder met ons leven?

Waarom niet één van die twee andere bussen die net ervoor waren vertrokken?

Honderden meer vragen kunnen worden gesteld door de ouders, familie en vrienden van de 26 slachtoffers van de bus ramp in Zwitserland twee dagen geleden. Terechte vragen om bij stil te staan? Heeft het zin om hierbij stil te staan? Als betrokken partij begrijp ik in zekere zin dat je dat doet. Je wil toch weten wat de precieze oorzaak is geweest waardoor je kind je werd ontnomen. Een mechanisch falen of een menselijke fout. Klapband? Onoplettendheid? Hartaanval van de buschauffeur? Iets op de baan? Eigenlijk maakt het niet uit. Tweeëntwintig jonge levens werden dinsdagnacht weggerukt uit tweeëntwintig jonge Vlaamse gezinnen. Daarbovenop nog de 2 begeleiders en de 2 buschauffeurs die het leven lieten maakt het een vrij hoog slachtofferaantal. 

Voor de betrokkenen zijn de namen van belang. Het is hun kind, kleinkind, broer of zus, neef of nicht, speelkameraadje; noem maar op. Voor zij die de slachtoffers hebben gekend zijn de namen belangrijk want het zijn die namen die voor eeuwig en altijd in de herinnering moeten blijven van zij die deze jongens en meisjes heeft gekend. Voor mezelf maakt het niet zo uit of ze Jan, Louise, Emma, Thomas of Marie noemden. Daar heb ik geen boodschap aan. Foto’s al evenmin. Ik ga de kranten dan ook redelijk links laten liggen want je kan er donder op zeggen dat her en der die namen en foto’s zullen gepubliceerd worden. Sereniteit in de pers? Ik ben benieuwd. Het gaat hier om kinderen van elf en twaalf jaar. Toekomstige pubers wiens leven nog moest starten. Het middelbaar, uitgaan, verkering, trouwen, werken, zelf kinderen krijgen, reizen, leven. Ze maken het niet meer mee. Hun namen zijn voor buitenstaanders niet van belang. Wel het denken aan het ontbreken van de rest van hun leven.

Vandaag was een dag van nationale rouw. Behalve de minuut stilte die om elf uur werd gehouden is het een dag als een ander. Je staat op, je gaat werken, je houdt een minuut stilte en je doet verder met datgene waar je even tevoren mee bezig was. Het leven in België viel even stil ter nagedachtenis aan de zesentwintig slachtoffers. Ook bij mij op het werk. Ik ben gaan plassen. Ik kan niet tegen ‘een minuut stilte’ al heb ik er wel het nodige respect voor. Ik heb stilletjes geplast, echt waar, het was amper te horen. Mijn minuut stilte heb ik trouwens reeds gehad toen ik het nieuws woensdagochtend vernam in de auto op weg naar het werk. Het eerste ongeloof en de eerste gedachten die meteen uitgingen naar de overleden kinderen en volwassenen. Het was misschien geen volledige minuut maar het was wel even stilstaan bij de feiten, bij de ouders en het erg vinden voor hen. Daar en toen was mijn medeleven oprecht. Nu bijna drie dagen na de feiten is de wereld voor mij reeds verder gegaan. Een minuut stilte houden is terecht op en dag van nationale rouw en al mijn respect gaat uit hen die dit uit de grond van hun hart menen maar ik heb het vaak op dat moment al gehad. De solidariteit daarentegen bij een minuut stilte kan ik wel begrijpen en opbrengen.
Tien jaar geleden bijvoorbeeld is Jean Dockx gestorven. Jean was jaren de vaste assistent coach op de bank van mijn favoriete club RSC Anderlecht en werd later een belangrijke pion als hoofd van de scoutingcel. Een meubelstuk, een houvast en een zekerheid voor de club. Papa Doc werd hij genoemd was meer dan genoeg zegt over wat hij voor Anderlecht en zijn achterban betekende. Bij het nieuws van zijn overlijden heb ik, net als deze week, even de adem ingehouden en gedacht aan de club, de spelers, de supporters, zijn familie. Ik was de eerstvolgende wedstrijd aanwezig in het stadion en de minuut stilte deed me niet veel. De eerste schok was al voorbij. Ook toen had ik het al niet met een minuut stilte al had ik er toen ook al wel veel respect voor.

Ik heb jaren niet aan hem gedacht tot ergens vorige week toen ik een artikel las over mislukte transfers de voorbije jaren in het Belgische voetbal. Ik vroeg me af hoe het met hem zou gaan nu en bedacht me dat met hem alles anders was geweest. Dat sommige Anderlecht spelers bijvoorbeeld nooit zouden zijn gehaald. In tien jaar tijd heb ik die mens niet eens gemist, er niet bij stilgestaan dat hij was heengegaan. En dat is normaal. Hij was geen vriend, geen kennis of familie. Niet iemand waarmee ik een persoonlijke band had.
Mijn excuses dat ik voetbal even verbind met een tragedie zoals in Zwitserland maar ik wil maar zeggen dat je als buitenstaander geneigd bent te vergeten. En snel ook. Iedereen heeft zo zijn eigen Jean Dockx. Zeker weten. Wie denkt er bijvoorbeeld nog af en toe aan onze overleden koning Boudewijn? De slachtoffertjes die deze week zijn gevallen zullen voor miljoenen Belgen straks ook weer een vergeten gemis zijn gewoonweg omdat ze niet rechtstreeks met je betrokken zijn. Volgend jaar nog slechts een herdenking een jaar na de feiten. Misschien over vijf jaar opnieuw en dan? 

Elk huisje draagt zijn eigen kruisje en spijtig genoeg voor de ouders van de slachtoffers in Zwitserland deze week is dat kruisje hun overleden dochtertje of zoon. Een zwaar kruis voor hen, daar ben ik zeker van. Maar soms heb ik al genoeg last met mijn eigen kruisje(s) dus laat ik mij, na de solidaire minuut stilte van vandaag, eerst daar maar op concentreren. 

Toch nog dit:

R.I.P. Slachtoffers van Sierre. Moge jullie eeuwig doorleven in de harten van zij die van jullie hebben gehouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten