Toen Mozes de volgende ochtend wakker werd van een heel hard gebonk dacht hij dat zijn broer op de deur stond te beuken. Half slapend verplaatste hij zich naar de deur maar Aaron was er nog niet. Mozes besefte dat het zijn hoofd was dat klopte en naar een fles gedistilleerd Nijlwater zodat hij een Dafalganneke kon nuttigen. Net toen de houseparty in zijn hoofd ophield werd er op de deur geklopt. Mozes deed open en voor hem stond zijn broer Aaron. Even later gingen ze samen op pad naar de Farao.
Onderweg besloten ze dat Mozes eerst op zijn eentje bij de farao moest aan kloppen. Per slot van rekening had de brandende bloem de opdracht aan hem gegeven en niet aan diens broer. Mozes stapte het paleis binnen tot liep meteen door tot aan de troon. Hij was per slot van rekening kind aan huis. “Laat mijn volk gaan” beval hij de Farao die hem daarop in zijn gezicht uitlachte. De profeet werd kwaad en smeet van woede zijn houten wandelstok tegen de grond. Deze veranderde plots in een reuzegrote dildo met genotsnopjes. “Indrukwekkend” zei de Farao die één van zijn dienaren beval om de dildo naar zijn privévertrekken te brengen zodat hij dit later op enkele van zijn eunuchen kon misbruiken. Zonder staf was Mozes totaal verloren en hij verliet gedesillusioneerd het paleis.
Terug bij zijn broer aangekomen deed Mozes het relaas van de ontmoeting met de Farao. Aaron besloot de dag erna opnieuw te proberen en dat hij zou meegaan. In een vorig leven was Aaron nog nationaal kampioen bodybuilding geweest en hij dacht dat dit wel extra indruk zou maken op de heerser. ‘s Anderendaags gingen ze dus weer maar weer vingen ze bot. Het begon Aaron op zij heupen te werken en hij vertelde aan de Farao dat, als hij hun eisen niet zou inwilligen, de volgende dag de rivier bloedrood zou kleuren. De Farao stuurde hen weg. Op de terugweg vroeg Mozes aan Aaron hoe hij dat van die rivier zou klaarspelen waarop Aaron zijn postduif uit zijn mouw haalde en deze met een klein berichtje op pad stuurde.
Niemand wist dat de broer van Mozes de trotse bezitter was van een 38-koppige harem vrouwen die op de koop toe allemaal tijdens dezelfde periode ovuleerden. Zijn38 vrouwen kwamen luttele uren na de boodschap aangewandeld en kregen die nacht allemaal hun regels. Het bloed dat in de rivier vloeide kleurde alles rood. Weer gingen Mozes en Aaron naar de Farao doch deze was nog steeds niet onder de indruk. “Morgen zal het hier vol strontvliegen zitten” riep Aaron na terwijl ze weer het paleis verlieten. Die nacht stortten beide heerschappen alle rioleringen vol met beton zodat de pis en de kak zich op enkele uren tijd ophoopte in de dichtbevolkte Egyptische straatjes. Dit trok uiteraard een heleboel vliegen aan maar nog steeds bleef de Farao er onbewogen bij.
Er volgden nog van die truukjes. Zo spanden ze over elke straat een quasi onzichtbaar touw waardoor bijna alle Egyptenaren vielen en onder de builen en de zweren stonden. Er was een bijenplaag nadat ze bij alle imkers uit de buurt de bijenkorven hadden opengezet. Ze braken in bij de nationale tv zender zodat er een week lang enkel heruitzendingen van Plons de Gekke Kikker op tv te zien was. De veestapel van de Farao werd op enkele weken tijd dood gepest door er dag in dag uit flauwe domme blondjesmoppen tegen te vertellen. Ondertussen hadden de broers springveren verzameld uit oude matrassen en besloten ze deze onder de poten van alle hanen te binnen waardoor de landbouwers door een rasechte sprinkhanenplaag werd geteisterd. Ze legden vloerverwarming onder het zand in de woestijnen zodat het onmogelijk werd om er met blote voeten op te lopen en op een dag slaagden ze erin alle uurwerken en wekkers 12 uur terug te draaien zodat het leek alsof er overdag een zonsverduistering was ingegaan. Aan dit laatste wordt nog steeds tweemaal per jaar een ode gebracht telkens we van zomer- naar winteruur gaan en omgekeerd.
Tot slot besloten ze over te gaan tot één van de meest drastische maatregelen en huurden ze alle, hun bekende, seriemoordenaars in om op een welgekozen nacht alle eerstgeboren kinderen te vermoorden. Enkel de huizen waar men aan de deur kerstverlichting zou hangen zouden gespaard worden; zo luidde de profetie. Echter vermits we ons Anno Domini bevinden was Kerstmis nog niet uitgevonden en werd in elk huis elke eerstgeboren vermoord. Omdat de Farao een voorliefde had voor kleine jongetjes en dildo’s met genotsknobbeltjes was dit de spreekwoordelijke druppel en gebood Mozes en Aaron om hun volk op te gaan halen en weg te leiden uit Egypte. En zo geschiedde, de weg gewezen door een grote witte wolk want God was gewoon te lui om te wandelen zoals de rest van het volk.
De wolk voorop trok Mozes met zijn volk, gepakt en gezakt uit het Egypte van de slavendrijvers richting het beloofde land. Het zou een ongelooflijk helse tocht worden. Nu dreef de witte wolk voorop, dan weer dreef ze achter de kudde mensen hen tot spoed aanmanend. God is namelijk alwetend en hij wist dus ook dat tijdens de kindermoorden per ongeluk ook de favoriete aap van de Farao werd gedood en dat hij dit niet ongestraft zou laten. Dit verhaal ging als volgt:
Er was eens een seriemoordenaar met faalangst en daarom dronk hij zich voor iedere moord moed in met rijstlikeur. Rijstlikeur vond hij namelijk zeer lekker alleen had dit drankje twee bijwerkingen. Ten eerste word je er onvoorstelbaar snel dronken van en ten tweede moet je er enorm plat van kakken. Daarom had onze seriemoordenaar tot nu toe nog geen enkele moord op zijn geweten. Een beetje een a-typische doder dus. Bij het invullen van het aanmeldingsformulier had hij dus een beetje moeten liegen. Onder het vakje ‘Hoeveel moorden gepleegd:’ had hij zestien ingevuld maar niemand wist dat hij die enkel op de papyrusstation 3 had gepleegd tijdens het spelletje Assasins Creed on The Nile. Bij het toekennen van zijn sector op de avond van de kindermoorden werd er over het hoofd gezien dat de plaatselijke zoo binnen zijn gebied viel. Dit was die avond dan ook zijn eerste stop en aangekomen bij de kooien van de chimpansees maakte hij een ongelofelijke blunder door elke eerstgeboren chimpansee de keel over te snijden. Waaronder dus de favoriete aap van de Farao.
De Farao was dus woedend en zette met al zijn manschappen de achtervolging op Mozes en zijn horde. Als onze profeet bij de Rietzee aankomt worden ze ingesloten door de naderende manschappen van de Farao en zijn ze bijna genoodzaakt om zich over te geven. Mozes draaide zich om naar de zee en kreeg een plotse ingeving. Aan de rand van de zee stonden grote bamboestokken en hij plukte er één. Kerfde het tot een voorhistorisch voorbeeld van een zuigrietje en smeet dit meterslange rietje naar boven in de wolk. Op een haar na miste hij God’s gezicht en bijna viel de rietstengel weer naar beneden op het volk. God heeft echte Goddelijke reflexen en graaide nog net baar het uiteinde waardoor een ramp werd vermeden. Hij zette het ene eind in het water en het andere aan zijn lippen en zoog de Rietzee volledig leeg waardoor Mozes en zijn gevoeg met droge sandalen de overkant kon bereiken. Ze spoedden zich want de Farao was reeds in aantocht en net toen de laatste persoon van Mozes’ bende de overkant had bereikt begon er een engel grappig te doen en God onder zijn voeten te kietelen met een superzijdezachte pluim. God kon nog moeilijk zijn adem inhouden maar deed toch zij best omdat Hij vind dat alle mensen gelijk zijn en dus ook de Farao en co droog aan de overkant moest komen doch het kwaad was geschied. Hij schoot in een lachkramp en het ingehouden water spoot uit de wolk ter aarde op de manschappen van de Farao waardoor alles en iedereen verdronk.
Mozes en zijn volk stond dus wel droog aan de overkant en keek uit over een enorme zandvlakte genaamd de Sinaï woestijn. Enkel deze zandbak scheidde hem en zijn mensen van het beloofde land.
Wordt vervolgd …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten