HOOFDSTUK III: WATERLELIES EN ROZEN
Perkamentus kroop op de rug van Skrip en de draak vroeg aan Perkamentus waar hij eerst naartoe wilde. “Geen idee” antwoordde Perkamentus terwijl hij omhoog de hemel in keek. De weinige wolken boven zijn hoofd hingen waren amper te onderscheiden van de lucht want alles hierboven was nog steeds grauw en grijs. Zelfs de zon hing als een grote donkergrijze bol boven hun hoofden. “Weet je wat” zei Perkamentus terwijl hij op zijn lijstje keek. “Misschien moeten we eerst de zon zijn kleur weergeven. En om het geel weer in de wereld te toveren moeten we naar Zuid-Amerika”. Skrip fladderde volop met zijn vleugels en zette koers richting het grote regenwoud en het meer van Mamaseya.. Enkele uren later kwamen ze aan en landde de draak tussen de reusachtige bomen vlak naast het meer. Perkamentus zei tegen zijn draak: “Rust jij maar wat uit Skrip. Ik ga op zoek naar iets of iemand die de kleur geel is verloren en tover deze mooie kleur weer terug de wereld in. Tot straks.” Hij liep de jungle in en ging snel op zoek. Skrip had dorst gekregen van de lange vlucht en bukte zijn hoofd zodat hij van het water kon drinken. “Helaba” klonk het plots. “Helaba, stop met ons water te drinken!” Skrip keek verbaasd op en zag een grijze waterlelie in zijn richting drijven. Hij schudde zijn hoofd en bukte zijn hoofd weer om nog wat meer te drinken. “Stooooooop!” klonk het plots van alle kanten over het water. Nog meer waterlelies kwamen aandrijven en ze omsingelden Skrips hoofd. “Stop onmiddellijk met drinken jij dom groen mormel. Zie je dan niet dat als je van dit water drinkt je volledig grijs wordt? Gisteren hebben wij met zijn allen van dit water gedronken en plots waren wij allemaal onze prachtige gele kleur kwijt. We denken dat het meer vergiftigd is dus stop maar snel met drinken of je schubben worden ook grijs. Voor ons is het misschien te laat maar nog niet voor jou”. Skrip lachte luid en vertelde hen dat het misschien nog niet te laat was om hun prachtige bloemen weer hun mooie gele kleur terug te geven. Hij vertelde hen over zijn ontmoeting met Perkamentus. De lelies luisterden aandachtig met open kelken. Toen het verhaal ten einde was kwam Perkamentus hijgend van tussen het bladerdek gekropen.

Hun volgende doel was het Rode Plein in grote Rusland. Ze vlogen de grote oceaan over en na een lange en vermoeiende vlucht kwamen ze eindelijk aan op het mooiste plein van Rusland. Althans vroeger was dit het mooiste plein van het land en zou dit inderdaad het rode plein hebben genoemd maar nu zag het, op wat groene bomen en gele vlaggen na, zo grijs als een muis. Midden op het plein stonden er een jongen en meisje wat sip in het rond te kijken. Perkamentus was nieuwsgierig wat de twee jongelingen daar uitspookten, sprong vlug van Skrips rug op de grond en wandelde naar het verbaasde koppeltje. “Hé, hoe heten jullie?” vroeg de tovenaar. “Igor en Isabella” antwoordde de jongen die met een bange blik de draak in het oog hield. “Nog nooit een draak gezien?” vroeg Perkamentus met een lachje. “Euh, neen” zei Igor. ”Je moet niet bang zijn hoor. Hij is in een goed humeur en dan doet hij geen vlieg kwaad. Maar pas op als hij slecht gezind is want dan blaast hij met zijn hete adem alle gebouwen hier op het plein in één keer weg”. Perkamentus moest lachen met de angstige blikken van Igor en Isabelle en zei tot slot dat hij maar een grapje had gemaakt en dat Skrip de liefste draak in gans de wereld was. Skrip zelf had zich met zijn kop op zijn voorpoten neergelegd aan de rand van het grote plein en was reeds in een diepe slaap verzonken.
“Ik ben hier toch op het Rode Plein?” vroeg Perkamentus aan Isabella. “Mjah” antwoordde ze “Het is te zeggen. Dit was het rode plein tot er gisteren net een grote golf grijze verf over werd gegoten. Er gaan al stemmen op om dit het grijze plein te gaan noemen.” Perkamentus luisterde aandachtig. “Dit alles gebeurde net op het moment dat Igor mij op deze romantische plaats ten huwelijk wilde vragen. Hoe kan ik nu nog met Igor trouwen als alles er grauw en grijs uit ziet? Zelfs mijn hart lijkt een beetje grijs geworden. Niet dat ik niet meer van Igor hou maar het is toch allemaal een beetje anders dan dat we gehoopt hadden” Igor stond erbij alsof hij het ook allemaal niet goed meer wist en knikte om Isabella’s verhaal te bevestigen. Hij vertelde aan Perkamentus dat hij Isabella nog steeds ten huwelijk wilde vragen maar alleen als de wereld en hun harten weer mooi rood zouden kleuren. “Daarstraks hebben we gezien dat de bomen hun groene kleur hebben teruggekregen en de zon weer geel is geworden” vertelde hij verder “dus wachten we nu vol ongeduld tot ook het plein weer rood kleurt. En als het plein rood kleurt kleuren ook de mooie rozen die ik voor mijn liefje heb gekocht weer rood. En dan kan ik haar eindelijk ten huwelijk vragen zoals het hoort” Perkamentus aanhoorde het liefdeskoppel en wist dat hij op de juiste plaats was. “Momentje” onderbrak hij Igor en hij zette een paar passen achteruit, haalde zijn papiertje vanonder zijn tovenaarshoed en zocht even naar de juiste spreuk. “Mag ik je boeket rozen even lenen?” vroeg hij aan Igor. Igor gaf hem het boeket en Perkamentus begon te lezen: “Kazoem Kazoem. Bloemrozen als robijn, liefdeskussen als zoete wijn, ooh wat is het fijn moest er weer rood in de wereld zijn”. Eerst gebeurde er niets. Dan voelde Isabella plots een warme gloed door haar lichaam lopen. Ook Igor begon stilaan diezelfde warme gloed te voelen. Van oost naar west begonnen ook de gebouwen op het plein terug hun oude vertrouwde rode bakstenen kleur terug te krijgen. Het grijs trok uit de rozenblaadjes en tot slot kleurden Isabella’s lippen ook opnieuw knalrood. Igor zag dit en de fonkeling in zijn ogen was voldoende voor Perkamentus om te weten dat ook deze opdracht gelukt was. Igor viel op zijn knieën, keek in de groene ogen van Isabelle en vroeg haar meteen ten huwelijk. Isabella zei meteen ja en terwijl ze kusten midden op het beroemdste plein van Rusland wandelde de tovenaar tevreden terug naar de plaats waar Skrip nog steeds lag te slapen. De duisternis viel in en Perkamentus vleide zich onder één van Skrips vleugels en viel ook in slaap. Hij droomde van de zon, van het gras en van de liefde. Van groen, geel en rood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten